Er was eens een bosduif die altijd een goed leven had gehad. Elke dag vond hij wel iets te eten. In de winter was dat natuurlijk moeilijker dan in de zomer, maar ook dan lukte het hem. Zorgen over zijn overleven maakte hij zich in ieder geval niet. 

Totdat hij op een dag in gesprek kwam met verre familie van hem, tamme duiven die in een boerderij verderop woonden.