We zijn gemaakt als natuurlijke, wilde wezens, vitaal en verbonden met hun omgeving. Maar zijn we tegenwoordig niet zo ‘beschaafd’ dat we getemde wezens geworden zijn, zonder banden met de natuur om ons heen? Vandaag deel 3 in een zoektocht naar de ongetemde mens: vriendschap met medeschepselen.

Laats was ik met mijn zoon (18) aan het wandelen in de Nieuwe Driemanspolder, tussen Den Haag en Zoetermeer. Deze polder is nog maar kort geleden ‘teruggegeven aan de natuur’ en is bestemd als overloopgebied bij wateroverlast. Er zijn plassen uitgegraven en de bovenste laag grond is verwijderd. Zo ontstaat een schraal gebied, waar allerlei interessante planten als uit het niets tevoorschijn komen. Ook is het gebied aantrekkelijk voor watervogels. Daar waren we voor gekomen, al viel het met de vogels volgens mijn bos- en natuurbeheer studerende zoon een beetje tegen. Er zaten vooral heel veel meerkoeten, zwanen en aalscholvers. Maar ook hier en daar krakeend, smient en kuifeend. En de schattige kleine dodaars, een futensoort die telkens onder water duikt. Ook zagen we een kleine zilverreiger en vloog er een watersnip over. Dit allemaal te weten – mede dankzij mijn ‘gids’ – geeft zo’n bezoek aan een polder meer kleur en diepgang. In plaats van ‘een plas met watervogels’ zie je een grote variatie, en blijkt er ook steeds meer te ontdekken, hoe langer je door je verrekijker tuurt.
Nog meer dan naar de vogels werd mijn oog echter getrokken naar de plantjes. Die vliegen tenminste niet weg en kun je rustig van dichtbij bekijken. Planten zijn voor mij als vrienden. De meeste ken ik wel, en ik begroet ze door even hun naam te noemen. Maar soms zie ik er ineens een die ik niet ken. Zoals daar in de Nieuwe Driemanspolder. Op een drooggevallen stukje verder kale grond, direct naast het water, stond het vol met lage plantjes met opvallende gele bloemen en rood aangelopen, dikke groene blaadjes als van een vetplant. Dit moest ik van dichtbij bekijken! Het bleek het Goudknopje (Cotula coronopifolia) te zijn. Een vrij zeldzaam plantje in Nederland, die alleen voorkomt ‘op droogvallende zilte zandbodems direct aan de kust en op vergelijkbare plekken langs de rivieren en op net drooggevallen bodems’, lees ik ergens.
Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat zo’n plantje precies daar opduikt, na jarenlang intensief agrarisch gebruik van de grond. Hoe dan ook, ik had er weer een ‘vriend’ bij – het Goudknopje. Als ik hem nog eens zie zal ik hem vriendelijk begroeten.
Zou Adam ook zo naar zijn medeschepselen hebben gekeken, als potentiële vrienden? God wilde een ‘helper’ maken voor Adam en ‘vormde uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten.’ (Gen. 2:19). Dit was geen wetenschappelijk proces, zoals Linnaeus later alle soorten op aarde een naam zou geven. Adam was op zoek naar een partner, een wederhelft. Maar die vond hij niet onder alle schepselen, totdat de vrouw werd gemaakt uit zijn eigen rib. Voor de mens is het kennen en liefhebben van andere mensen van het allergrootste belang. We zijn niet gemaakt om alleen te zijn. Een ander mens die van je houdt is letterlijk een Godsgeschenk. Maar Adam had ondertussen wel alle andere schepselen een naam gegeven, hij had ze leren kennen – hij en zijn vrouw leefden met hen samen. Zou het dan niet mooi zijn als wij de vogels, planten, bomen en insecten – al het leven om ons heen – ook tot onze vrienden- of kennissenkring zouden rekenen? Ook die rijkdom van het leven is een Godsgeschenk.
De Anishinaabe, oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika, kennen ook een verhaal waarin dieren en planten een naam krijgen. De eerste mens, Nanabozho, kreeg de opdracht de wereld te verkennen in alle windrichtingen. Een van de taken die hij kreeg was ‘het leren kennen van de namen van alle levende wezens’. Dat deed hij door ze goed te bestuderen en met ze in gesprek te gaan. Zo leerde hij hun ware naam kennen. Dit zorgde er meteen voor dat hij zich minder eenzaam voelde. Hij kon alles wat leeft begroeten met hun naam, en hij werd terug gegroet met ‘Bozho’. Het is blijkbaar een diep-menselijke behoefte om de wereld om je heen te kennen en te benoemen. Het niet kennen van de natuur zorgt voor een vorm van eenzaamheid die ‘species loneliness’ (soorten gemis) wordt genoemd. De eenzaamheid van de mens te midden van allerlei andere levensvormen waar hij nauwelijks een verbinding mee heeft. Zo is het niet bedoeld en het is ook echt een gemis.
Voor de wilde mens was het kennen van de levende wereld bovendien een kwestie van leven of dood. Planten en dieren zijn niet alleen mooi of interessant, maar kunnen een bron van voedsel zijn, of van geneeskracht. Het weten welke planten eetbaar zijn of juist giftig is essentieel om te kunnen overleven. Deze kennis is de gedomesticeerde mens grotendeels kwijtgeraakt. Het leren kennen én gebruiken van wilde planten kan ons weer een beetje dichter bij ons wilde zelf brengen.
Verdiep daarom je band met ál het leven om je heen. Een vriendschap begint vaak met het leren kennen van elkaars naam. Ook het ‘bevriend raken’ met niet-menselijke schepselen kan daarmee beginnen. Ga vaker naar buiten en probeer zoveel mogelijk planten en dieren die je ziet een naam te geven. Zoek eens op welke planten eetbaar zijn, en verwerkt deze in een maaltijd. Zo leer je de levende wezens om je heen steeds beter kennen en blijkt de wereld vol te zitten met vrienden die je nog niet kende.
Soorten leren kennen?
Tips voor het leren van planten- en dierennamen:
- Gebruik de app ObsIdentify voor het herkennen van planten en dieren. Plantnet is een handige app voor het herkennen van planten.
- Mijn favoriete vogelgids is De gewiekste vogelgids van Nico de Haan en Elwin van der Kolk.
- Mooi boek voor kinderen: Soortenschat – Kindercanon van de natuur in de Lage Landen, Geert-Jan Roebers.
- Onlangs uitgekomen: Canon van de Nederlandse natuur, Dick de Vos
`Martine van Wolfswinkel (44) is landbouwkundige en natuurliefhebber. Met haar gezin woonde ze twaalf jaar in Peru en Tanzania. Ze is nu projectleider bij A Rocha Nederland, dé christelijke natuurbeweging.