Midden op een drukke huisavond, ons hoofd vol activiteit, kinderen die naar bed moeten, rinkelende kopjes en gespetter van de afwas, roept iemand om stilte. Aandacht… Onze nieuwe Afrikaanse huisgenoot komt voorzichtig naar voren. Schuchter houdt ze een briefje omhoog. Op het briefje staat haar naam. Zelf geschreven.

Ik had niet eens zo goed gezien wat ze daar deden de hele avond, met gekopieerde groep 3-schrijfvellen op tafel. Een Nederlandse en een Afrikaanse huisgenoot, samen bezig met iets. Een volwassen vrouw die lijntjes van letters over zit te trekken, omdat ze nooit naar school is geweest. En opeens staat het daar: haar naam. Iedereen juicht en klapt. Monica – zo noemen we haar voor het gemak maar even – moet er zelfs een beetje van glimlachen.
‘En nu gaan we de namen van Monica’s kinderen leren’, zegt mijn Nederlandse huisgenootje lief. Ze noemt drie namen op en wij zeggen het haar na, zo goed en zo kwaad als dat kan, want praten lukt nooit zo goed met die knoop in je maag die je krijgt als je voor een mama zit die haar kinderen niet kan zien. Leven zonder je kinderen. Je kunt ze niet spreken, je kunt ze niet zien, je kunt ze niet omhelzen, want ze wonen duizenden kilometers ver, niet alleen van je gescheiden door oerwoud en burgeroorlog maar ook door een op paspoorten en drones gebaseerde grens.
Ik weet niet of dit verhaal een moraal heeft. Iets moois over Jezus volgen in de storm, dat is even lastig.
Er is al storm. Er zijn geen oplossingen. Monica heeft geen uitzicht op een papiertje waarop staat dat ze hier mag zijn, want officieel moet ze weg, maar dat kan niet. Er is geen uitzicht op een huis, geen uitzicht op een moment dat ze haar kinderen weer mag voelen. Er is geen uitzicht op werk of geld. Er is geen uitzicht op het moment dat ze kan praten, meer dan de paar fluisterende zinnetjes die ze nu soms stamelt.
Ik zie wel een vriendin die haar hand vasthoudt om een lijntje te schrijven, het lijntje van een letter, het begin van een naam, en daarna de naam van drie geliefde kinderen, en daarna misschien meer.
En ook: een traan die iemand voor haar wegpinkt, niet alleen om de moeder met het gebroken hart maar gewoon om alles.
Het spijt me dat het verhaaltje hier al eindigt. Ik heb er geen intellectuele beschouwing bij. Maar ik denk, ik voel, ik ruik dat er iets aan de hand is met dit soort momenten. Dat we ze niet te snel moeten vergeten.
Maar misschien heeft iemand anders daar iets wijs over te zeggen?
Frank Mulder is schrijver en publiceert onder andere in weekblad De Groene Amsterdammer. Hij woont in een woongemeenschap in de Utrechtse wijk Overvecht met zijn gezin, samen met mensen uit alle hoeken en gaten van de wereld.