Waar zijn de profeten?

Kees van Ekris vraagt in zijn boek Moderne profeten weer aandacht voor de maatschappij- en cultuurkritische houding die eigen is aan het christelijk geloof. Een verademing te midden van de vriendelijke sfeer waarin profetie in onze tijd vaak wordt getrokken. Profetie in een setting van ‘luisterend bidden’ waarbij vooral troostende en bemoedigende woorden of beelden worden ontvangen en doorgegeven. Een Nieuwtestamentische praktijk die weer nieuw leven wordt ingeblazen. Prachtig! Tegelijk denk ik dat we als christenen dringend nood hebben aan het elan van de Oudtestamentische profeet. Ik ken geen grondiger en meer inspirerende studie over de essentie van profeet zijn dan het in 1962 verschenen meesterwerk ‘De profeten’ van de joodse theoloog en filosoof Abraham Joshua Heschel.

Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem, Rembrandt van Rijn, 1630

De profeet in de Bijbel is de handlanger van God die geroepen is diens waarheid te vertegenwoordigen. Niet als slechts een doorgever van boodschappen, een medium met een lijntje naar boven dat niet meer is dan een doorgeefluik of spreekbuis. Nee, de profeet zit er tot over zijn oren in! In zijn zeshonderd bladzijden tellende studie naar het fenomeen profetie in het Oude Testament, tekent Heschel wat voor mens de profeet is en wat hij doet. 

Om te proeven hoe profeet-zijn allesbehalve een vriendelijk gebeuren is, eerder een verontwaardigde gepassioneerdheid, volgen hier een paar citaten van Heschel over profeten1

“Ze maken zich druk over onbeduidende zaken, terwijl ze buitensporige taal uitbraken over triviale onderwerpen. Voor de profeten krijgt zelfs een kleine onrechtvaardigheid kosmische afmetingen in een morele en religieuze opgewondenheid en een extreem heetgebakerd zijn.”



 “De profeet vertelt zelden een verhaal, maar smijt feiten op tafel. Hij zingt weinig, maar hekelt. Zijn beelden hoeven niet te stralen, ze moeten branden. Alsof de woorden uit het hart van God gutsen.”



“Wij vinden de moraliteit van de gemeenschap, ook al kleven er vlekjes aan, eerlijk en goed verzorgd; voor de profeet is zij vreselijk. De profeet is een beeldenstormer, die alles ter discussie stelt dat ogenschijnlijk heilig is, vereerd wordt en gezag inboezemt.”



“Voor menselijke zwakheid toont de profeet weinig begrip. Hij lijkt geen verzachtende omstandigheden te kunnen aanvoeren voor de aansprakelijkheid van mensen. Profeten zijn niet fair tegenover het volk. Hun vergaande aantijgingen, overdrijvingen en generalisaties zijn in tegenspraak met normen van zorgvuldigheid. De profeet haat het ‘bij-benadering’, hij heeft een afschuw van gematigdheid. Hij is vreemd, eenzijdig en een onverdraaglijke extremist.”



“Het is ongemakkelijk om profeet te zijn. Geen enkele profeet lijkt gecharmeerd te zijn van zijn profeet-zijn of trots op zijn status. De missie die hij uitvoert is onaangenaam voor hemzelf en weerzinwekkend voor anderen. Hij wordt door zijn tijdgenoten gestigmatiseerd als waanzinnig, en door sommige moderne geleerden als abnormaal. De profeet is een eenzaam man. Hij vervreemdt zowel de boosdoeners van zich als de vromen, zowel de cynici als de gelovigen, de priesters en de vorsten, de rechters en de valse profeten.”

Abraham Joshua Heschel

Wat een andere sfeer wordt hier opgeroepen dan de populariteit die profetie tegenwoordig geniet in de christelijke wereld. Mensen volgen cursussen en workshops over profetisch luisteren. Er wordt verteld dat iedereen ‘het’ kan, en zij die het kunnen lijken zich er allesbehalve ongemakkelijk onder te voelen. Nu kun je je natuurlijk afvragen of je de profeten van het Oude Testament zomaar kunt vergelijken met de gave van de profetie zoals het Nieuwe Testament erover spreekt. Inderdaad, vast niet zomaar. Er is van alles te zeggen over bedelingen en voortgang in de heilsgeschiedenis, over dat Israël in haar nog onvolwassen fase andere vormen van profetie nodig had dan wij die na Pinksteren leven, de tijd waarin niet slechts enkele zonderlingen maar allen zullen profeteren. Toch wil ik nu even afzien van theologische correctheid en genuanceerdheid, en eerst maar eens aannemen dat er geen wezenlijk verschil bestaat tussen profetie in het Oude en in het Nieuwe Testament. 

Waar het bij profetie altijd over gaat is het goddelijke pathos2. De gepassioneerde betrokkenheid van God op mensen. En zoals dat bij God gepaard gaat met heftige emoties, om het eens even met een menselijke term aan te duiden, met innerlijke geraaktheid in alle toonaarden, van uitzinnige vreugde om een mens die zich bekeert tot woeste verontwaardiging over onrecht en hardheid van hart, zo is ook de profeet zelf gepassioneerd betrokken. De profeet heeft niet maar ideeën over God die hij aan de man probeert te brengen, hij heeft een intense verhouding met God. ‘God is voor hem een overweldigende realiteit en een verpletterende presentie3. Dat emotioneert hem én het belast hem. De profeet ervaart de heilige compassie van God als een last die hij in zijn profeteren moet afwerpen. Hij voelt veel energie om voor de waarheid op te komen, te strijden, risico’s te nemen. En dan kan hij erop rekenen de wind tegen te krijgen, of van voren. Want mensen zitten in de regel niet te wachten op waarheid van God. 

In het licht van dit goddelijke pathos, kunnen we ons afvragen of we op het goede spoor zitten met profetie als een luisteren naar God dat eerder lijkt op een begerenswaardige bovennatuurlijke gave, dan op een tegen wil en dank betrokken raken in wat God allemaal te stellen heeft met zijn kinderen en met deze wereld. In een samenleving die in noodvaart nog verder losraakt van God dan ze al was en in de verafgoding van wetenschap, techniek en geld de menselijkheid steeds meer verloren dreigt te gaan, hebben we weer Hosea’s nodig, Jesaja’s en Micha’s. Moderne profeten inderdaad, die gewoon niet kunnen zwijgen ook al zouden ze het willen. Want wie wil er nu voor zot worden aangezien? 

(Dit artikel is een lichte bewerking van wat ik eerder schreef in mijn boek Energie van de Geest p.195-198)

Stef Bos – Waar zijn ze nu, de narren van de koning?
Philip Troost

Philip is een eindeloze zoeker op het raakvlak tussen geloven en ervaren. Een prutser en idealist tegelijk en op die spanning gaat hij goed.
Vanuit zijn achtergrond als theoloog en therapeut werkt hij bij Spectrum in Hattem waar in opleiding, training en therapie geoefend wordt in levenskunst.
Verder is hij bekend van verschillende boeken over christelijke spiritualiteit en geloofspraktijk.

  1. Deze citaten vormen een compilatie van zinnen uit A.J.Heschel, De profeten, 2015 Vught, p.29-57
  2. Heschel, p.297-310
  3. Heschel, p.297