Als er geen dag van morgen meer voor je is, dan zijn er twee mogelijkheden: je bent ofwel werkelijk stervende, of je leeft werkelijk.
⁃ Søren Kierkegaard

De vraag die in dit magazine centraal staat is: wat is navolging? En specifieker: hoe ziet achter Jezus aan gaan er uit als het spannend wordt? Als je half november in je korte broek rondloopt. Als inflatie de pan uit giert. Als je kinderen opgroeien in een wereld zonder God en hun leven vertiktokt terwijl je er bij staat.
Als klein jongetje wist ik het antwoord al: in actie komen natuurlijk. Ik weet nog dat ik toen al een gruwelijke hekel had aan het liedje “Stil maar, wacht maar alles wordt nieuw” van Hannah Lam. Niet alleen de zijige melodie en de suffe bewegingen die we als kinderen geacht werden te maken, maar de algehele slappe afwachtendheid stuitte mij als vier-jarige jongetje al tegen de borst.
En zo denk ik nog steeds over ons als gelovigen. Bijna niemand doorziet de ernst van de opstekende storm. Wij wel. Wij zijn waakzaam en alert. Wij steken onze handen uit de mouwen. Want zo kan het echt niet langer meer. Wij lopen voorop, in radicaliteit en voortvarendheid. De aarde is ons toevertrouwd, haar toekomst ligt in onze hand. Zolang we dat voor ogen houden lopen we als gelovigen het juiste pad.
Was het maar waar. Was het maar zo makkelijk.
Dan hoefden we dat andere pad niet te gaan. Dat pad dat zo mogelijk nog veel spannender is dan de actie. Het pad dat, hoe vaak je het ook gaat, altijd weer glibberig en onwennig aanvoelt. Het pad waar Jezus keer op keer als eerste op op wijst en zelf iedere dag op wandelde. Tot het dood liep.
Ik heb het over het pad van de zorgeloosheid.
Want in de allereerste plaats betekent navolging: je geen zorgen maken.
Jezus zegt: Wees dan (terwijl je zoekt naar het Koninkrijk van God) niet bezorgd, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Maak je geen zorgen voor de volgende morgen – dat zijn allemaal dingen waar de heidenen naar op zoek zijn.
Wat is de geestelijke opgave waar wij als gelovigen voor staan als de storm opsteekt? Het kwijtraken van de dag van morgen, zegt Soren Kierkegaard, de Deense filosoof en theoloog, in een van zijn preken.
We hebben immers te worden als de vogel, zegt Jezus. Die niet zaait, niet maait, en niet in schuren verzamelt, en waarvoor tóch door de Vader voor wordt gezorgd. Hoe hoog de vogel ook vliegt en hoeveel hij ook ziet: de dag van morgen ziet hij niet, zegt Kierkegaard. Hij is dan ook nooit onrustig. De mens kan proberen met een trein te reizen sneller op een verre bestemming te zijn. Omdat een vogel de dag van morgen niet kent, komt hij vandaag altijd aan waar hij vandaag moet zijn, hoe ver zijn uiteindelijk bestemming ook is.
Ziedaar de allereerste geestelijke opgave, vóór de acties, plannen en initiatieven: de dag van morgen kwijtraken. En daarmee aanwezig worden in het hier en nu. Geen schim vol ideeën en stress voor morgen. Maar werkelijk leven, ervaren, vandaag doen wat je hand vindt om te doen.
Een christen is als een roeier, zegt Kierkegaard. Zoals de roeier vooruitgaat met zijn rug naar de horizon, zo volgt de gelovige Jezus na met zijn rug naar de zorgen voor morgen.
Zodra we ons zorgen maken, draaien we ons bootje achterstevoren en bewegen we geestelijk gezien achterwaarts. We worden dan net als de wereld die voortbeweegt op eigen kracht en beheersing. Gij geheel anders, zegt Jezus.
Een gelovige is geroepen voor het nu. De zee om hem heen, en de riemen voor vandaag. Het is niet aan mij om me zorgen te maken over wat me morgen te wachten staat. Daar ben ik als roeier niet voor gemaakt.
Het leidt alleen maar af en werkt vertragend als je in een roeiboot alsmaar omdraait en naar de eeuwigheid probeert te staren. De toekomst wordt een grote, maar vage gestalte als je je er op die manier op richt.
Søren Kierkegaard, De zorgen van de zelfkwelling
Hoewel iemand die gelooft zich dus afwendt van het eeuwige, komt hij er toch het meest dichtbij.
En de storm dan?
Kierkegaard zegt er dit over: “Mensen klagen er weleens over dat de toekomst zo duister is. Toch moeten we haar juist duister laten en niet ongeduldig, met angst en voorgevoelens, de dag van morgen proberen te laten doorschemeren. Zoals een toneelspeler er rustig van wordt dat de zaal voor hem in het duister ligt, zo kan de toekomst in die zin niet donker genoeg zijn.”
De confrontatie is dat Jezus in zijn Koninkrijk doel en middel tot één maakt. Als wij als gelovigen dingen bereiken vanuit zorgen, is het geestelijk niets. Als we niets bereiken, maar we zijn in de storm zorgeloos aanwezig, is het geestelijk alles. Navolging gaat dus niet om wat, maar over hoe. En daarin schuilt het grote gevaar van christelijk activisme.
Moeten we dan lui worden?
Nee, want luiheid is een reactie op zorgen. Luiheid kijkt naar morgen en zegt: tjonge, wat een storm, wat zie ik er tegenop, hier is geen beginnen aan, ik doe maar helemaal niks. Nee, een gelovige voelt, ervaart en ziet vandaag. En heeft daarmee de energie om antwoord te geven op de roeping die uit vandaag klinkt over wat te doen, wat te betekenen, wat aan te raken.
Maar wat als je gewoon zorgen hébt?
Je kan veel van mij zeggen, maar niet dat ik overdreven lichtvoetig in het leven sta. Daarom tot slot een verhaaltje over hoe ik laatst tot mijn eigen verbazing in de onbezorgdheid struikelde.
Iedere zondagochtend is bij mij thuis de vraag: waar gaan we naar de kerk? Een paar maanden geleden werd het de protestantse kerk om de hoek. De dienst was behoorlijk suf, tot we aan het eind een lied zongen en ineens de tranen over m’n wangen biggelden.
Stil maar, wacht maar
Alles wordt nieuw
De hemel en de aarde.
Ja hoor, daar was tie weer, dat zwijmelige kinderliedje. Maar dat kinderliedje bepaalde me ineens bij een fundamentele geestelijke waarheid: dat hoe hard het ook waait, ik geestelijk gezien roei in de oceaan van God’s eeuwigheid. Ik ben al gearriveerd! Dát is het mysterie van de woorden van Jezus als hij aan het kruis uitschreeuwt: ‘het is volbracht!’ En op dat moment, in die suffe kerk, met dat suffe lied, draaide mijn bootje met de rug naar de dag van morgen. Mijn zorgen (die gezien die tranen zwaarder drukten dan ik doorhad) hadden me van het ene op het andere moment niet meer in de greep. Ze waren er nog wel, maar ik was vrij. Om vandaag te geven en vandaag te ontvangen. En in deze beweging naar de zorgeloosheid volgde ik niemand minder dan mijn Voorbeeld:
Hij had het eeuwige bij zich op de dag van vandaag, daarom had de dag van morgen geen macht over hem, die bestond voor hem niet. Die had geen macht over hem voor hij aanbrak. En toen hij aanbrak en de dag van vandaag was geworden, had hij geen andere macht over hem dan wat de wil van de Vader was, waarmee hij eeuwig vrij had ingestemd, en waaronder hij zich gehoorzaam boog.
Søren Kierkegaard, De zorgen van de zelfkwelling
Jasper studeert aan de Academie voor Psychotherapie, heeft in Amsterdam zijn eigen praktijk en speelt tot zijn spijt geen rugby.