‘Eén woord…’, ‘één lettergreep…’, ‘klinkt als…’ Je hersenen kraken. Hints, hoe ging dat ook alweer? Ondertussen is de uitbeelder druk in de weer. Om haar heen wordt van alles geroepen. Fiets. Bal. Grap. Allemaal mis. Na een paar minuten lijk je nog geen stap verder en geef je op. Alle ogen zijn gericht op de uitbeelder. Die draait haar briefje om en laat het woord zien: ‘hints’. Iedereen lachen natuurlijk.

Het valt niet mee om datgene te zien waar je zelf in zit.
En toch willen we een poging wagen. Als onze wereld een spelletje hints zou zijn, wat staat op dit moment op het briefje? Alle aanwijzingen die wij zien duiden op een stormachtig woord. Het voelt alsof het heel hard begint te waaien, recht ons leven in. Met rukwinden die zomaar richting windkracht 12 zouden kunnen gaan. Dit hebben we nog niet eerder meegemaakt. Het is zorgwekkend, beangstigend en, o ironie, misschien wel het beste wat ons kan overkomen.
Hartje Cairo
Never waste a good crisis, hoor je wel eens zeggen. Nou, dit is onze kans. Want om maar meteen met een massief-eiken deur in huis te vallen: de wereld gaat naar de klote. Althans, daar begint het aardig op te lijken als we de ontwikkelingen volgen rond klimaatverandering, surveillancetechnologie, historisch hoge schuldenbergen, ontbossing, nucleaire bewapening, echtscheidingen, sociale tweedeling, ecocide en nog veel meer. Natuurlijk zijn er nog steeds optimisten die zeggen dat we de boel met de juiste politici en slimme techniek wel kunnen oplossen. Of dat alles goed komt als we maar sterke leiders en nationalistische dromen volgen. Wij denken dat dit illusies zijn. De confronterende waarheid is dat onze kinderen en kleinkinderen gaan opgroeien in een wereld die een stuk minder vriendelijk, menselijk en zorgeloos gaat zijn als de onze. Terwijl er luid applaus klinkt over menselijke “vooruitgang” in de vorm van de Metaverse, Neurolink, digitaal geld, gentech en het koloniseren van de ruimte, denken wij: er voltrekt zich een ramp. We ontketenen machten en krachten die leiden tot een nog diepere vervreemding van de mens met zijn medemens, met de natuur, met God en met zichzelf. Op een schaal die we als mensheid nog niet eerder hebben meegemaakt.
Wat betekent dit, vragen we ons af. Wat hebben we hierin te doen? Depressief in een hoekje gaan zitten? Met de moed der wanhoop de zaak proberen te fiksen? “We” zijn een groepje christenen met totaal verschillende achtergronden. Wat ons verbindt is het verhaal over de dood en opstanding van Jezus én de vraag: wat betekent dit verhaal als er storm opsteekt? Hoe is dit in ’s hemelsnaam goed nieuws voor nu? Wat heeft het te zeggen over onze plek en rol als gelovigen in specifiek deze tijd?
Het eerlijke antwoord is dat we geen oplossing hebben. Daarvoor is de problematiek te complex en zijn we bovendien, en daar wringt de schoen het pijnlijkst, zelf veel te verweven met het vraagstuk. Als Egypte staat voor vrolijk consumeren, technisch vernuft en sociale bubbels dan wonen we in hartje Cairo. Wat ons bewust of onbewust mede-veroorzakers van de storm maakt.
We zijn immers opgegroeid in Egypte. We zijn inboorlingen. We weten niet beter of dit is het. Zonder het door te hebben zijn we als gelovigen getemd, aangepast en ingevoegd. We zijn mee gaan bouwen aan de pyramides van deze tijd. Netjes gaan doen wat van ons verwacht wordt. Bevangen geraakt door de Egyptische ideeën over groei en vooruitgang en wat het betekent om een nette burger te zijn. En daarmee gevangengenomen door onze Westerse illusies over techniek, maakbaarheid en de mens als centrum van het universum.
Geen oplossingen dus. Maar ook geen stilzitten en afwachten. We hebben als gelovigen te onderzoeken wat onze rol is in de storm. Word niet gelijk aan de wereld, zei Paulus, maar word vernieuwd in je denken zodat je ontdekt wat God van je wil en wat goed, volmaakt en welbehaaglijk in Zijn ogen. Daar staat het: we moeten op avontuur. De storm in de ogen kijken. Onszelf hele stevige vragen stellen naar ons eigen aandeel in dit hele verhaal. Luisteren naar de profeten van deze tijd. Het ongemak verdragen van wat we vervolgens zien en horen. En dat praktisch door te vertalen naar veranderingen in onze dagelijkse handel en wandel.
Pan met kikkers
We lijken met elkaar op de pan met kikkers die zo langzaam opwarmde dat geen kikker doorhad dat ie al bijna gaar was. Het is best prettig wonen in Egypte namelijk, als je tot de juiste groep behoort. Maar nu steekt die vermaledijde storm op. Het wordt wel erg warm in Egypte. Letterlijk. Waar wonen onze kinderen straks? In het water? In de woestijn? Op Mars?
Naast beangstigend en deprimerend is deze storm zonder enige twijfel het beste wat ons als gelovigen kan overkomen. Want laten we wel wezen: we zijn met z’n allen natuurlijk behoorlijk in slaap gesukkeld, geestelijk gezien. Voor de meesten van ons staat ons geloofsleven op een laag pitje. Jezus, bidden, genade, evangelie, overgave, gemeenschap, dwaasheid, navolging – het kan voelen als das war einmal. Volstrekt begrijpelijk. Logisch haast. We leven in een van de meest geseculariseerde tijden en landen van de wereld. Natuurlijk verliest de onzichtbare en ongrijpbare God het steevast van tastbare goden als geld, status en genot. Zo werkt het gewoon.
Tot er een storm opsteekt die onze illusies ondersteboven blaast. Misschien is dat wat we nodig hebben om ons te realiseren dat waar we nu wonen niet het beloofde land is, maar Egypte. Waar we ons vrij voelen, maar ons ondertussen hebben laten gijzelen door het neoliberale sprookje waarin iedereen lekker kan doen waar die zin in heeft en de wereld steeds beter wordt. Misschien dat de storm ons wakker schudt en doet beseffen dat we geen inboorlingen zijn, maar bekeerlingen. Geen inwoners, maar bijwoners en vreemdelingen. Geen stedenbouwers, maar priesters. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Bijvoorbeeld met vaststellen dat we ook geen redders zijn. De storm blaast onze christelijke tools en kerkelijke plannen uit onze handen als ballonnen. We gaan dit als mensen niet even regelen en oplossen met elkaar. Vertrouwen in mensenkracht is juist waar we van bevrijd moeten worden. Dat is waarom de storm ons met ruwe hand uitnodigt om Egypte en haar beschaving te verlaten. En op weg te gaan naar het land te gaan wat Jezus voor tweeduizend jaar geleden met zijn leven voor ons teruggekocht heeft: dat van de radicale innerlijke vrijheid. Om midden in de storm Diegene te aanbidden die beloofd heeft op een dag terug te komen om de storm het zwijgen op te leggen en definitief zijn rechtmatige plek als Koning in te nemen. Overgave als ultieme daad van verzet tegen de machten en krachten van deze wereld. De enige zinvolle richtingwijzer voor Egyptenaren die de weg kwijt zijn.
Maar dan zullen we Egypte moeten verlaten, de wildernis in.
Reisgenoten gezocht
We zijn op zoek naar reisgenoten. Mensen die net als wij gealarmeerd raken door de opstekende wind en menen dat stil blijven afwachten geen optie is. We hopen op een bont reisgezelschap vol verschillen in stijl, perspectief en biografie. Het leren zien en waarderen van die verschillen prikt onze bubbels lek. Trekt ons uit onze groef. Jij ziet jij ziet wat ik niet zie.
We hebben volwassen wildebrassen nodig om te leren verwilderen (zonder te vervallen in lompheid). We hebben gezonde ontregelaars nodig om te leren uit de pas te lopen (zonder de verbinding te verliezen). We hebben liefdevolle rebellen nodig om te leren onaangepaster te leven (en tegelijk te groeien in empathisch vermogen). (Het zal duidelijk zijn: het vermoeden is dat de reis naar werkelijke vrijheid van paradoxen aan elkaar hangt.)
We zoeken schrijvers, denkers, moeders, doeners, makers, bidders, voelers, verbeelders en zieners. Vertellers van grote en kleine verhalen over de reis tot nu toe. Over het vallen en opstaan. Over ontdekking, bekering en beren op de weg. Het goed en mooi aan elkaar vertellen van die verhalen en daar werkelijk naar luisteren vraagt om ontmoetingsplekken. Kampvuurtjes in allerlei soorten en maten. Dat is wat we willen doen. Kampvuurtjes bouwen. En leren, lachen en huilen om elkaars verhalen. En ’s ochtends weer opbreken en de reis vervolgen. Verder de wildernis in.
Iers riviertje
We hebben al een aantal interessante reisgenoten gevonden. Iedere tijd krijgt z’n profeten. Zo ook de onze. Verschillende mensen zijn ons al voorgegaan op deze tocht. Ze hebben ons laten zien wat het betekent om, midden tussen machten van geld en techniek, de buidel te pakken en op reis te gaan, ook intellectueel. We willen ons opnieuw laten inspireren door hun verhalen en analyses. We denken aan moderne profeten als socioloog en activist Jacques Ellul, boer en schrijver Wendell Berry, priester en denker Ivan Illich, katholiek anarchist Dorothy Day, theoloog en verzetsstrijder Diettrich Bonhoeffer en vele anderen.
Stuk voor stuk zijn het gelovige denkers die als vaardige weermannen de storm die aan onze zekerheden tornt al lang hebben zien aankomen. Ze hebben in verschillende toonaarden uitgelegd wat onze plek als gelovige is in deze storm én bovendien met hun leven laten zien hoe dat er uit ziet. De uitdaging is dat het vaak een beetje rare snuiters zijn. Eigenaardig en merkwaardig. Niet altijd makkelijk te begrijpen. Ze kijken anders. Ze praten anders. Zeggen dingen die niet fijn zijn om te horen. En omdat ze zo anders zijn hebben we ze nodig om te zien wat wij niet zien. Namelijk hoe ontstellend aangepast en getemd we zijn.
De Engelse schrijver Paul Kingsnorth is, hoewel niet dood en relatief onraar, een mooi voorbeeld van zo’n moderne profeet. Hij vertelt op indrukwekkende wijze wat er gebeurt als je ineens ziet wat je niet zag. In zijn essay The Cross and The Machine beschrijft hij zijn zoektocht als niet-christen naar antwoorden op de storm die hij als klein jongetje al voelde komen. Hij vertelt dat hij fanatiek milieuactivist was tot hij erachter kwam dat ook die beweging gaandeweg omarmd werd door het kapitalistische systeem. Dus zocht hij verder. De storm naderde, wat moest hij doen? Hij verdiepte zich in zenboeddhisme. Vond daar veel maar geen liefde. Hij werd Wicca-priester tot dromen over Jezus de boel kwamen verzieken. Ergens in die tijd las hij een citaat van de Ierse filoof Moriarty die insloeg als een bom: “The story of Christianity is the story of humanity’s rebellion against God.” Daar eindigde de zoektocht. Eindelijk had hij de oorzaak van de storm te pakken. We hebben geen klimaatcrisis. Geen sociale crisis. Geen economische crisis. We hebben in de kern een spirituele crisis: onze rebellie tegen God. Dát en niets anders is de moeder aller crises.
Een paar maanden later, inmiddels twee jaar geleden, liet hij zich op een koude januaridag dopen in een Iers riviertje. De rebel gaf zich over. Zijn storm kwam tot rust.
Twee dingen, niet alles
Voor de Israëlieten begon de chaotische reis naar vrijheid met het vieren van Pascha. Met gestrikte veters, aangetrokken riem en de wandelstok in de hand aten ze het geroosterde lam en het ongezuurde brood. Vooruitwijzingen naar de dag waar Jezus als onschuldig en machteloos lam aan het kruis geroosterd zou worden. En als Koning drie dagen later de grafsteen aan de kant zou rollen van de ultieme gevangenis die wij de dood noemen.
Ook voor ons begint de reis vanuit Pasen. Het startpunt is het met brood en wijn in de hand vieren van de overwinning van het leven op de dood. En het elkaar herinneren aan de waarheid dat de relatie tussen God en mens definitief hersteld is. We zijn weer in Hem, en Hij in ons. Ja, we hebben op avontuur te gaan. Ja, het wordt gevaarlijk. Maar we weten hoe het verhaal afloopt.
Vanuit die diepe vrede mogen we op weg gaan om onze eigen relaties te herstellen. Dat is waar de Exodus over gaat. Over het oefenen om bij elkaar te brengen wat bij elkaar hoort, maar waar door rebellie scheiding is ontstaan. Waar kapotgegaan is. Waar kwijt is geraakt. Waar is gesloopt en geroofd.
We willen oefenen in onze relatie met vriendschap.
We willen oefenen in onze relatie met de restjes wildernis in de schepping.
We willen oefenen in onze relatie met rouw en afscheid nemen.
We willen oefenen in onze relatie met eenvoud en grenzen.
We willen oefenen in onze relatie met mensen die arm zijn, verdrukt of beperkt, die uitgerangeerd zijn in onze dynamische maatschappij.
We willen oefenen in onze relatie met gastvrijheid.
We willen oefenen in onze relatie met mensen die vreemdeling zijn, omdat wij vanaf nu ook vreemdelingen zijn.
We willen oefenen met onze relatie met vrijgevigheid. We willen leren werken zonder vooropgesteld commercieel belang.
We willen oefenen in onze relatie met werkelijke aandacht, ook als dat ten koste gaat van onze aandacht voor schermen, apparaten en algoritmes.
We willen oefenen met onze relatie met aanbidding van God in plaats van andere goden.
We willen oefenen in onze relatie met onze buurt en machteloos aanwezig zijn.
En wat is er nog meer? Waar is nog meer gescheiden? Waar zijn we nog meer getemd, aangepast en onschadelijk gemaakt?
In al dit oefenen voelen we de warmte van Pasen in onze rug. De belangrijkste relatie is hersteld. Wij zijn slechts geroepen om in dat grote verhaal onze plek in te nemen. En die is vaak dichterbij dan we denken. Zoals Wendell Berry het zegt:
“We all come from divorce. This is an age of divorce. Things that belong together have been taken apart. And you can’t put it all back together again. What you can do, is the only thing that you can do. You take two things that ought to be together and you put them together. Two things! Not all things.”
Niet aan de weg timmeren
Hoe verder vanaf hier? Hoe kunnen we het samen optrekken en van elkaar leren praktisch vormgeven? We denken dat het goed is om iets te bouwen wat ons helpt om het meer samen te doen. En om dat vehikel zo eenvoudig mogelijk te houden. Zoals de krant Le Monde bewonderend over Jacques Ellul zei toen hij was overleden: ‘Werkelijk vrije mensen timmeren, zoals men weet, niet aan de weg.’
We denken daarbij aan een website waar met zorg en aandacht reisverhalen kunnen worden verzameld en verspreid. Gemaakt door een diverse groep makers die schrijvend, dichtend, tekenend, interviewend en fotograferend vertellen wat ze onderweg meemaken.
De grote uitdaging gaat daarbij zijn om doel en middel bij elkaar te laten passen. Als het doel verwildernis is, dan komen we nergens met een website vol schrandere maar voorspelbare artikelen over het milieu en consumptie en politiek en hoe erg het allemaal niet is. Dat zou meer van hetzelfde zijn. Nee, we zoeken de variëteit. Dat wat uit de pas loopt. We zoeken de stemmen die tot nu toe niet gehoord zijn. Misschien zitten die in de hoek van de eerlijkheid. Of het persoonlijke. Of de dwaasheid. Of de schoonheid. Of het geestelijke. Of de humor. Hoe dan ook: ieder essay, gedicht, interview, kort verhaal, beeld, podcast of illustratie die op de website verschijnt zou in zichzelf een stapje richting de wildernis en de achterliggende vrijheid moeten zijn.
Dat als eerste stap, daarna zien we verder. Nu stoppen we met schrijven. Genoeg achter een computer gezeten. We moeten naar buiten. Het echte leven in. Kampvuurtjes stoken. We hopen je daar te zien.
Goede Vrijdag 2022, Utrecht.
Frank Mulder
Matthijs Langeraar
Jasper van der Kolk