Een roepende in de woestijn. Een beetje wereldverbeteraar zal zich in deze uitdrukking herkennen. Niet alleen levert dat roepen vaak weinig op, het is ook niet echt bevorderlijk voor de sfeer. Terwijl die sowieso al niet om over naar huis te schrijven is. Overal lijkt er sprake te zijn van verregaande polarisatie. Over smaak valt dan misschien niet te twisten, over al het andere lijken we het maar zelden eens. Niet alleen is er de verharding en versplintering van het politieke landschap, de discussies over tal van kwesties zorgt ook in het gewone sociale leven vaker voor gedoe, gekibbel of zelfs ruzie. Wat is wijsheid? Elkaar helemaal met rust laten? Leven en laten leven of vraagt de maatschappij nog steeds om mensen die zich uitspreken?

Bubbel
Het is belangrijk om te beseffen dat we in een netwerksamenleving leven (zie het werk van Manuel Castells). Allemaal in de eigen bubbel. We kiezen niet alleen de producten die bij ons passen, maar ook onze vrienden, kerk en werkomgeving. En dat betreft zeker ons online leven, waar een steeds groter deel van ons leven wordt doorgebracht. Daar is er de fabeltjesfuik, waar algoritmes ons afstemmen op dat wat we toch al vinden.
Toch is dat niet het hele verhaal. Om de één of andere reden – in welke context ik mij ook begeef, kerk, werk, familie of vriendenkring – ben ik het, vroeg of laat, vaak oneens met mijn directe omgeving. Ik had verwacht dat ik met mijn 7 vinkjes het toch vaker eens zou zijn met mensen om mij heen die ook die 7 vinkjes bezitten.
Zelfs tussen mijn eigen gekozen vrienden en in een kerk- en werkomgeving die in theorie toch nauw zou moeten aansluiten, lukt het maar niet om het eens te worden. Integendeel, de werkelijkheid die wij délen, is vaak datgene wat ons verdeelt. Ondanks al het discussiëren en bespreken komen we maar moeilijk dichterbij elkaar. Onze verschillende mens- en wereldbeelden, verlangens en verwachtingen, er is geen brug die ze verbindt.
Veel maatschappelijke en existentiële kwesties en opvattingen laten mij niet los en vragen voortdurend om een uitleg of een weerwoord. Een heilig moeten over de waarheid – staan voor Gods nieuwe wereld – drijft mij voort. Waarom? Ik weet het niet. Betrokkenheid, waarom? Is het angst? Een dwarse geest? Is het overmoed? Een messiascomplex?
Een man
Jaren geleden las ik op aanraden van een goede vriend van mij het boek ‘Een Man’ van Oriana Fallaci. Ik kan makkelijk dingen vergeten, maar dit boek heeft mij nooit losgelaten. Het is een boek over de eenzaamheid van het individu, dat weigert in een hokje gestopt te worden, weigert een etiket opgeplakt te krijgen en beknot te worden door de tijdsgeest, de maatschappij en de Macht. Een boek over de tragedie van een persoon die geen massamens wil zijn, geen instrument wil zijn in de handen van hen die verordonneren, van hen die beloften doen, van hen die angst aanjagen. Een boek over een held die er niet voor terugdeinst zo nodig alleen te strijden voor de vrijheid en de waarheid, zonder zich ooit over te geven. Een roepende in de woestijn waar geen oases opdoemen.
Ik herken mij in deze persoon, hoewel ik mijzelf vaak maar een slap aftreksel vind. Het leven moet natuurlijk wel een beetje leuk blijven. Wie dit leven kiest, heeft eigenlijk maar twee opties, dacht ik. Vluchten of vechten. Je terugtrekken in het eigen gelijk, of alle moeite doen om de ander te overtuigen.
Getuigen, niet overtuigen
Laatst realiseerde ik mij dat er nog een derde optie is: getuigen. Niet overtuigen, maar getuigen. Een mooi beeld. Gewoon maar gaan doen waar je vol van bent.
En dan maar hopen dat het gaat zoals bij Forrest Gump. Op een dag besloot hij te gaan rennen en hield daar niet meer mee en zonder daar op uit te zijn, plots – letterlijk – was er een grote schare die achter, of – moet ik zeggen – mét hem meeliep.
Het is deze houding die ik nog niet zo makkelijk vind. Zaaien op de kale rotsen. Ploeteren in de woestijn. Een boom planten als je weet dat morgen de wereld vergaat. Niet lullen, maar poetsen. Dat de meeste tijd niet gaat zitten in het nadenken en spreken over het gewenste leven, maar het zelf gewoon doen. Je echt geven voor vrouw en kinderen, trouw te zijn aan vriendschappen en de kerkelijke gemeenschap, door om te zien naar zieken, eenzamen en andere mensen waar jij iets voor kan betekenen.
Toch is het aannemelijk dat zich juist dan een karavaan van mensen formeert die juist daarvan onder de indruk zijn. Is dat ook niet het juiste beeld van de kerk?
Zingen in de woestijn
Hoef je dan niet meer te roepen? Geen gesprek, geen discussie, gewoon maar het goede doen ‘in jouw klein hoekje’? Ik moet denken aan Jezus. Hij was wel zeker een roepende in de woestijn. Letterlijk, hij sprak vanaf een berg, ongetwijfeld met luide stem, maar zeker figuurlijk. Wie geloofde hem nou echt? Door alles en iedereen verlaten. Aan het kruis riep hij het zelfs uit naar zijn Vader: “Mijn God, mijn God waarom hebt u mij verlaten?”
Een beetje bijbelkenner weet dat Jezus daar citeerde uit psalm 22. Kortom, Jezus citeerde een lied. Misschien zong hij het wel. En is dat niet het geheim van Jezus roepen? Het roepen moet eigenlijk gezongen worden. De goede woorden moeten niet opborrelen vanuit frustratie, maar vanuit een betrokken vreugdevol hart. Ik hou van zingen. Zingen geeft vreugde en kracht, het biedt troost als het leven niet vanzelf gaat. Het laat mij niet los, het beeld van een zingende Jezus, juist als het niet vanzelf gaat.
Ja, Jezus sprak nadrukkelijk over een nieuwe wereld, maar het waren niet zijn argumenten, maar de wonden waardoor de leerlingen de Here Jezus herkennen. Zijn weg, zijn roeping in de woestijn is het waard te volgen. Niet alleen door te roepen hoe het moet, maar door te verstaan en te leren hoe je dat doet.