Als Iraniërs huilen

Er komt spannend nieuws uit Iran, het land waar ik vandaan kom. Heel veel mensen worden opgepakt en vermoord. We voelen ons kwetsbaar en machteloos. Daarom is dit moment zo speciaal. Als we kwetsbaar zijn, kunnen er wonderen gebeuren.

Ook Iraanse mannen voelen zich kwetsbaar. Ze zien hun familie lijden, hun zus en hun moeder, en ze kunnen niets doen. Ze staan machteloos. Ook de celebrities, binnen en buiten Iran, die op instagram berichten plaatsen. Ze zeggen allemaal: we kunnen niets doen in deze situatie, we zijn niets. En dat is eigenlijk de eerste keer dat ik dat zie. Dat is heel speciaal. Het maakt dat dit een tijd is van nadenken. En dan kan God iets gaan doen. Pas als we kwetsbaar zijn, komt er ruimte voor God.

Wij, Iraniërs, komen uit een cultuur waarin mannen de baas zijn. Mannen mogen alles. Ze mogen naar bed met drie vrouwen, ze mogen alles doen wat ze willen, maar vrouwen mogen niets. Ze moeten binnen blijven. Maar al die mannen zien nu gewonde en dode mensen en ze kunnen alleen maar toekijken.

Dit is voor mij als christen een grote hoop. Ik geloof, als mensen zwak zijn, dat God dan dingen kan doen. Ik zie heel veel Iraanse mannen zeggen dat ze verkeerde dingen hebben gedaan. Niet alleen dat de regering slecht is, maar dat ze allemaal zelf hebben meegedaan aan deze cultuur.

Ik ben actief lid van een Iraanse kerk in Nederland. Twee weken geleden waren we samen met ongeveer veertig mensen in onze kerkdienst, ongeveer de helft mannen, de helft vrouwen. De vrouwen moesten op een rij gaan staan, en alle mannen daarachter. De mannen moesten het haar van de vrouwen vasthouden. Het haar is het symbool van de eer, het symbool van het moederhart dat voor alle mannen heeft gezorgd. En dus ook symbool voor het niet respecteren van die eer, voor de onderdrukking. Daarom knippen vrouwen en ook mannen een lok van hun haar af bij de demonstraties.

De mannen in onze kerk vroegen vergeving voor hun zonden. Ze vroegen vergeving aan God en aan de vrouwen en spraken uit wat zij als mannen verkeerd hadden gedaan. Ze vroegen vergeving namens de mannen van Iran. Een paar mannen gingen nog verder en gingen heel persoonlijk belijden wat ze zelf verkeerd hadden gedaan. Bijvoorbeeld: dat ze vrouwen altijd hadden gezien als iets kleiners. Dat ze seksuele gedachten over vrouwen hadden gedacht, op een slechte manier naar hen hadden gekeken. Dat ze vrouwen hadden gezien als ding.

De mannen moesten huilen. Heel erg huilen. Ik heb dat nooit gezien. De vrouwen moesten ook huilen. Mijn eigen man deed ook mee. Er waren zelfs een paar mannen die nog niet christen zijn en die alleen een keer kwamen kijken. Die deden ook mee! Ik zie dat sommige van deze mannen nu echt een zachtheid over zich hebben gekregen, die ze eerder niet hadden.

Jullie moeten weten dat ideologie Iran niet beter gaat maken. Een bepaalde politieke partij gaat geen oplossing geven. Ideologie lijkt op een afgod. Door ideologie ga je zeggen dat je dat je beter bent dan een ander. De enige oplossing is: we moeten één worden, in een kring staan, met God in het midden.

Dat is een verlangen dat bij veel Iraniërs nu opkomt. Ik zie een echt verlangen naar eenheid dat er vroeger niet was.

De Iraanse kerken in de hele wereld zijn nu bezig om samen te bidden voor hun land, via één zoomkanaal, 24 uur per dag, met 1400 accounts. Elk uur is iemand anders de beheerder en continu komen er mensen online die bidden. Ook mensen die niet christen zijn, doen mee met bidden. Ik heb zelfs een communist gezien en iemand van de mujahedeen. Een vrouw die ik ken, vroeg aan me: waarom heb je mij niet gevraagd? Ik zei: je bent toch geen christen, wil je mee bidden dan? Ze zei: ja, dat maakt niet uit, we zijn allemaal één.

In Nederland zijn jullie gewend aan dat gevoel. Jullie hebben een gevoel van samen. Of je nu crimineel bent of een dokter, je brengt je afval naar de container, want jullie voelen deel van een samenleving. In het Midden-Oosten is dat niet zo. Het gaat ons vooral om onze familie. Ons gezin, het gezin van onze ouders en onze schoonfamilie. Dat is het enige wat telt. Daarna voelen mensen zich verbonden met een stad, of met een politieke partij. Dat gevoel van samen zijn met onbekende mensen, en daar verantwoordelijk voor zijn, hebben we niet. Maar ik voel nu voor de eerste keer dat dat verandert. Echt de eerste keer. Jullie hebben dat al in Nederland, dat is een zegen die jullie hebben gekregen. Bij ons gaat de deur nu open. De zegen kan nu binnenkomen.

Het is geen eenheid die komt door een vijand. Bij demonstraties werd er vroeger altijd geroepen: dood aan de dictator, dood aan Khamenei. Nu voor de eerste keer niet. Iedereen roept: Zen, Zendegi, Azadi – Vrouw, leven, vrijheid. Mensen vertellen waar ze vóór zijn, niet waar ze tegen zijn.

Luister maar eens naar het lied van Shervin Hajipur, een Iraanse zanger. Het bestaat uit zinnen die mensen hem hebben toegestuurd. Iedereen kent het. Iedereen danst op dit lied, ook oude mannen en vrouwen. De zanger is meteen opgepakt, hij zit nu in de gevangenis.

Hier kun je een mooie Nederlandse vertaling horen, met een dans van Shadi, een zus van ons.

Dit is een voorbeeld van dat verlangen dat ik overal zie, een verlangen naar eenheid. De islam heeft het niet gebracht. Mensen zijn moe van de islam. Ideologie gaat het ook niet brengen. Alleen God kan het brengen. Ik hoop dat jullie voor ons willen bidden.

Shima Sabghi

Shima is missionair werker in Utrecht. Ze komt uit Iran.