In deze rubriek kijken we naar zotten en zottinnen van vroeger en nu die deel uitmaken van de karavaan. Deze keer: zuster Dorothy Stang, non en verdediger van de rechten van kleine boeren in Brazilië.

‘Als er iets gebeurt’, had Dorothy dat laatste weekend nog tegen een vriend gezegd, ‘hoop ik dat het met mij gebeurt, want de anderen hebben allemaal een gezin.’
Dorothy was een 73-jarige vrouw in Brazilië die een onderkomen zou gaan regelen voor een boer wiens land net was platgebrand en ingepikt door grootgrondbezitters. Van oorsprong was Dorothy niet Braziliaans. Dorothy was als katholiek meisje geboren in Ohio, in 1931. Op 17-jarige leeftijd trad ze toe tot de orde van de Zusters van de Notre Dame van Namur, samen met haar beste vriendin. Ze had een diep verlangen om de armen te dienen en vrienden te worden met mensen uit andere culturen.
In 1966 werd ze samen met vier andere zusters uitgezonden naar Brazilië om boeren te helpen om economisch zelfstandig te worden. Het werd al snel duidelijk dat ‘de armen dienen’ zelden een apolitieke bezighoud is. Zuster Dorothy kwam terecht in een land dat net werd ontdekt door de agribusinessmagnaten. De overheid lag in de armen van de Wereldbank die de Amazone wilde ontginnen voor houtkap, mijnbouw en veeteelt.
Het Braziliaanse wonder, schreef de Wall Street Journal. Het kapitalistische beest, zeiden de boeren, capitalismo selvagem.
Het was een heftige tijd. Latijns-Amerikaanse bisschoppen waren moedig bezig om het evangelie te vertalen naar de lokale realiteit van armoede en onrecht. Dorothy hielp bij de oprichting van tientallen kerkelijke basisgemeenschappen die overal op het continent als paddestoelen opschoten. Deze basisgemeenschappen waren coöperatieven van lekengelovigen die zich zowel op geestelijke als op economische ontwikkeling richtten. Ze leerde Portugees en lokale inheemse talen, ze richtte scholen op en hielp boeren, wier land werd geconfisqueerd, om juridische claims in te dienen.
In een tijd dat de milieubeweging nog in haar kinderschoenen stond, was Dorothy al bezig met het behoud van de bossen. Op haar favoriete T-shirt stond ‘De dood van het woud is het eind van ons leven’. Ze hield zich bezig met het herbebossen van ontboste percelen met geschikte beplanting zoals koffie en açaí, en ze hielp kleine boeren om duurzame technieken te gebruiken in plaats van de kaalslagmethodes van de grote landeigenaren. Ze verkreeg de Braziliaanse nationaliteit en ze kreeg verschillende onderscheidingen voor haar werk.
In 2004 deed ze iets gevaarlijks: ze ging naar de hoofdstad Brasilia om voor een Commissie van het Congres te getuigen over ontbossing. Ze noemde de namen van houtbedrijven die bos kapten op overheidsgrond. Het grootste deel van het hout in de staat Para werd illegaal gekapt en verhandeld. Houtbedrijven noemden haar een terrorist en beschuldigden haar van het bewapenen van boeren. Samen met andere leiders kreeg ze doodsbedreigingen, maar ze weigerde om te buigen voor intimidatie. Uiteindelijk werd ze door een groep landeigenaren en mijnbouwers bovenaan een dodenlijst gezet.
Op 12 februari 2005 was Dorothy vroeg opgestaan, om af te reizen naar een groep die in actie wilde komen tegen illegale houtkap. Ze ging, ondanks de geruchten dat een aanslag op haar leven werd beraamd, want ze moest een onderkomen regelen voor een boer wiens huis net was platgebrand door grootgrondbezitters.
Toen ze de top van een heuvel bereikte, onder het dikke bladerdak van het bos, werd ze tegengehouden door twee mannen. Ze kende hen, het waren helpers van de rancher die de bevriende boer net had verdreven.
‘Heb je een wapen?’, vroegen ze.
‘Ja’, zei ze, en ze haalde een beduimelde Bijbel uit haar zak. Ze deed hem open en las: ‘Zalig zijn de armen van geest. Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Zalig zijn de vredestichters.’ Ze keek naar de mannen die voor haar stonden. ‘God zegene jullie, mijn zonen.’
Ze schoten haar zes keer.
Grote internationale kranten schreven zinnen als ‘Ze gaf haar leven voor het goede doel’, maar die omschrijving is niet helemaal volledig. Ze had haar leven al lang gegeven, als tiener al, in de dienst van Christus, de koning van een rijk waar iedereen in harmonie zal leven, met elkaar en met de aarde, en ook met het regenwoud.
Dit artikel is met toestemming vertaald en overgenomen uit Plough magazine.

Susannah Black Roberts
Susannah Black Roberts is redacteur bij Plough magazine en schrijft ook voor andere media, zoals First Things en Front Porch Republic. Ze woont in New York City. Plough magazine is een prachtig tijdschrift, uitgegeven door de Bruderhof, een beweging van leefgemeenschappen die is geïnspireerd op de Bergrede en de eerste christenen. Zo nu en dan nemen we artikelen van Plough over.