Welterusten God

Welterusten God.
Ik ga slapen, ik ben moe.

Vechtend tegen mijn slaap weet ik nog gauw een opsomming te geven van wat ik allemaal gedaan heb deze dag en waar ik nog wat extra hulp van boven voor nodig heb. Heel vroom leg ik mijn ideeën nog even aan God voor, en dan vraag ik zijn zegen, voordat de lange nacht begint waarin alles even stilstaat.

Maar als ik de dag erna de eerste woorden uit de Bijbel lees, valt me iets op. Ik lees Genesis 1. God start zijn spreken met een gedicht over de schepping. We komen een refrein-frase tegen, een vast ritme: ‘Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag’. Zes keer maar liefst.

Wanneer begint een dag eigenlijk? Als ik wakker word?

En wanneer eindigt een dag? Als ik ga slapen?

Nee. Hier lezen we hoe God zelf, verwoord door Israëlieten, tegen het begrip ‘dag’ aankijkt. Die start in de avond, als wij gaan slapen. En die eindigt ‘na de morgen’ als ons werk erop zit. Het is overigens net als de Sabbat: die start vrijdagavond bij zonsondergang. God structureert ons leven in nacht en dag. In die volgorde. En neem je die volgorde werkelijk serieus, verandert dat alles.

Eerst de nacht. Dan de dag.

Dit is vaak niet onze volgorde. Onze dagen beginnen als de wekker afgaat. Of, in mijn geval: als de kinderen afgaan. Als je wakker wordt uit je slaap en er dingen moeten gaan gebeuren. Je wordt dan – hopelijk – uitgerust wakker, en je springt vol energie uit je bed, je pakt snel een kop koffie en rent de deur uit om weer aan de slag te gaan en dingen op poten te krijgen. En dan, aan het eind van de dag nog wat lezen of kijken, een gebedje, en dan.. naar bed..

Ja, want zo eindigen onze dagen. Als we de lichten uitdoen. Als we moe zijn en gaan slapen. Als al onze werken erop zit. Dan laten we ons wegvoeren in acht uur slaap (als het goed is). Vaak wanneer wij het hebben over ‘een dag’, vallen die nachtelijke uren daarbuiten. De slaap hoort daar eigenlijk niet echt bij.. dat is ‘de nacht’. Dan zijn we niet productief en dan is onze economische waarde nul. Die uren waarin jij niks kunt doen.

God draait het om: eerst is er de nacht, dan pas de dag.

Het gaat hier volgens mij niet alleen om een definitie, maar ook om een diepere betekenis. Eerst is er het werk van God. En daarna is er de morgen, een ‘overdag’, als het licht wordt. Dan pas begint ons werk. Eerst begint God alles tot leven te roepen: licht, sterren, aarde, planten, dieren, de mens! Eerst is er het moment dat wij niets doen en slapen. En wanneer wij dan wakker worden, gaan we meedoen aan een wereld die allang in bedrijf is. Wij worden wakker in een wereld die wij niet geschapen hebben, maar God. Gekregen. Wij stappen binnen in iets wat al draait.

Terwijl wij slapen, werkt God al. Terwijl wij slapen, zijn er geweldige processen aan de gang: De stand van de maan die de zeeën beïnvloedt; wormen die ervoor zorgen dat er weer lucht in de grond komt; proteïnen die onze spieren herstellen en laten groeien; bomen die met schimmelnetwerken aan elkaar doorgeven wat ze nodig hebben; onze hersenen die nieuwe verbindingen maken en dingen van de dag verwerken (soms te merken in je dromen).

Ik denk zo vaak dat de wereld om mij draait. Om mijn wereld verbeterende plannen. Om mijn werk. En dan vraag ik daar nog even Zijn zegen voor.. Nee, laat God mij zien: ‘Ik heb een andere volgorde. Als jij gaat slapen, als jij niks meer kan doen.. staat de dag op het punt om te beginnen’.

Na de nacht begint de morgen, de tweede helft van de dag: God roept je wakker om je te gaan verheugen in het werk van Zijn handen. Dan wordt jij uitgenodigd om mee te gaan doen in Gods scheppende werk. God laat ons dan eerst zien wat Hij gedaan heeft. En dan vraagt Hij: doe je mee? Ik probeer in de ochtend wakker te worden met iets als: ‘Goedemorgen God, het is nacht geweest. U bent al bezig, mag ik meedoen? Waar bent U bezig? Wat vindt u belangrijk? Waar mag ik aansluiten?’

Dit gaat zo in tegen hoe onze maatschappij draait en ik gevormd ben. De dagen in onze wereld, starten met óns harde werken. De wereld zegt: ‘Als jij maar hard genoeg werkt, zal je het geluk bereiken’.en: ‘Heb je niks bereikt? Dat ligt aan jezelf.. kijk maar eens naar al die anderen’ Werk harder, werk meer, werk beter..!

Gods werkelijkheid draait het allemaal om: Gods werk is er allereerst. Waar ik ook kom overdags, of wat ik ook doe, God was er al. Ik mag me aansluiten bij wat God al aan het doen is. Niet ik ga wat creëren, wat zeggen, iets in gang zetten of aan de kaak stellen. Nee: God is bezig. En in die beweging mag ik volgen.

Welterusten God.
Ik ga slapen, ik ben moe.
Mijn werk zit erop, maar er stopt nu niets belangrijks. Er zijn dingen niet af.. Ik heb niet zoveel gedaan als ik wilde.. Er gingen dingen mis.. Maar ik ga niet slapen met die frustratie over mijzelf of over de stormen in de wereld. Nee, ik ga slapen met een gevoel van verwachting. U gaat iets nieuws maken. U maakt mij klaar voor een nieuwe dag. Nu mag U aan het werk.

Theo Vreugdenhil is pastor van een interculturele buurtkerk in Nieuwegein. Pionier, dominee of priester mag ook. Daarnaast is hij ondernemer in de installatie van zonnepanelen en heeft hij een sociale coöperatie opgezet, waar hij bedrijfjes start met vluchtelingen.