De wortel van oorlog is angst

Terwijl we collectief op onze schermen kijken naar hoe de Groten der Aarde de oorlog in de Oekraïne trachten te beslechten, herinnert de katholieke mysticus Thomas Merton ons aan wat we werkelijk te doen hebben.

De wortel van alle oorlog is angst: niet zozeer de angst die mensen voor elkaar hebben als wel de angst die ze voor alles hebben. Het is niet alleen dat ze elkaar niet vertrouwen, ze vertrouwen zichzelf niet eens. Het is niet alleen de haat van anderen die gevaarlijk is maar bovenal de haat van onszelf, een zelfhaat die te diep en te sterk is om bewust in de ogen te kijken. Want het is die zelfhaat waardoor we het kwaad niet in onszelf kunnen zien, maar op anderen projecteren.

We versterken ons schuldgevoel kunstmatig, zelfs voor dingen die in zichzelf niet fout zijn. Zo bouwen we zo’n obsessie op met kwaad, in onszelf en in anderen, dat we al onze mentale energie verspillen om met dit kwaad af te rekenen, het te straffen, uit te drijven of er op wat voor manier dan ook vanaf te komen. We maken ons gek met onze obsessie en aan het eind is er geen uitlaatklep meer over dan geweld. We moeten iets of iemand vernietigen. Tegen die tijd hebben we voor onszelf een geschikte vijand gemaakt, een zondebok, waar we al het kwaad in de wereld op hebben geladen. Hij is de oorzaak van elke fout. Hij is de aanstichter van elk conflict. Als hij maar vernietigd kan worden, zal conflict stoppen, het kwaad zal voorbij zijn en er zal geen oorlog meer zijn.

Maar ik wil ook niet het met schuld doortrokken gevoel versterken dat het altijd heel fijn vindt om zelf ‘verkeerd’ in alles te zijn. Ook dat is ontwijken van verantwoordelijkheid, een versimpeling waardoor alle verantwoordelijkheid betekenisloos wordt. We moeten proberen om onszelf te accepteren, individueel of collectief, niet alleen als perfect goed of perfect slecht, maar als mysterieuze, onberekenbare mix van goed en kwaad. We moeten onze echte rechten verdedigen, maar tegelijkertijd moeten we erkennen dat we al dan niet bewust de rechten van anderen hebben overtreden. 

Want alleen liefde – wat nederigheid betekent – kan de angst uitdrijven die aan de wortel ligt van alle oorlog. Wat is het nut van postzegels plakken met daarop ‘bid voor vrede’ en ondertussen miljarden dollars spenderen aan kernonderzeeërs, atoomwapens en ballistische raketten?  Ik wil niet zeggen dat je naast gebed niet ook gewone menselijke middelen kan gebruiken. Je kan heel goed bidden voor herstel van een fysieke ziekte en tegelijkertijd medicijnen nemen die een dokter heeft voorgeschreven. In principe doet een gelovige allebei.

Maar denk aan de uiterst fabelachtige hoeveelheden geld, planning, energie, bezorgdheid en aandacht die naar de productie gaat van wapens die bijna meteen al verouderd zijn en moeten worden geschrapt. Zet dit naast het armzalige ‘bid voor vrede’ dat we vroom op onze brieven plakken. Denk ook aan het contrast tussen onze vroomheid en de enorme daad van moorddadige verwoesting die we tegelijkertijd zonder wroeging en schaamte aanvaarden. Het komt niet in onze gedachten op dat het misschien niet helemaal past dat we bidden tot de God van vrede, de God die ons opdroeg op elkaar lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad, en die waarschuwde dat wie het zwaard opneemt door het zwaard zal vergaan, terwijl we bezig zijn met nucleaire plannen om niet duizenden maar miljoenen burgers en soldaten te vernietigen, mannen, vrouwen en kinderen zonder onderscheid, met de bijna onfeilbare zekerheid dat we dezelfde vernietiging afroepen over onszelf!

Het is misschien zinvol voor een zieke man om te bidden voor gezondheid en dan medicijnen te nemen, maar ik kan echt geen enkele zin vinden in bidden voor gezondheid en dan vergif innemen.

Wanneer ik bid voor vrede dan bid ik God dat hij niet alleen de Russen en de Chinezen tot vrede beweegt, maar bovenal mijn eigen natie en mijzelf. Wanneer ik bid voor vrede dan bid ik om te worden beschermd, niet alleen van de Russen maar ook van de dwaasheid en blindheid van mijn eigen land. Wanneer ik bid voor vrede, bid ik niet alleen dat onze vijanden stoppen met oorlog willen, maar bovenal dat mijn eigen land stopt met de dingen die oorlog onontkoombaar maken. In andere woorden, wanneer ik bid voor vrede dan bid ik niet alleen dat de Russen zullen opgeven zonder strijd en dat wij dan onze zin krijgen. Ik bid dat zowel wij als de Russen op de een of andere manier bij zinnen mogen worden gebracht en leren om hun problemen aan te pakken, zo goed als we kunnen, samen, in plaats van zich voor te bereiden op mondiale zelfmoord.

Dus in plaats van liefhebben wat je denkt dat vrede is, heb andere mensen lief, en God boven alles. In plaats van de mensen haten die je ziet als oorlogshitsers, haat de verlangens en de chaos in je eigen ziel, die de oorzaken zijn van oorlog. Als je van vrede houdt, haat dan onrecht, haat tirannie, haat hebzucht – maar haat deze dingen in jezelf, niet in de ander.

Bron: Zaden van contemplatie, Thomas Merton

Thomas Merton