Een jaar in het land van melk en honingh: april

We hebben lieflijke gedachten bij lente, maar het is de wreedste tijd van het jaar, ziet Nanning Jan Honingh, die zich volledig heeft toegewijd aan een klein stukje Zeeuwse grond. Het lijden is nog overal, maar het herstel van alle dingen komt er onverbiddelijk aan.

Lees hier alle delen van deze reeks.

Al heel lang geleden werd ik geraakt door de passage in het boek van de Koningen over de droom van Salomo. God biedt Salomo daarin aan om een wens te doen. Salomo vraagt God dan om hem een opmerkzaam hart te schenken, zodat hij goed van kwaad kan onderscheiden. In de hoofdstukken daarna zien we dat deze wens wordt verhoord. Hij heeft zelfs een opmerkzaam hart voor de schepselen om hem heen: hij sprak over de bomen, van de ceder op de Libanon af tot de hysop toe, die in de muur uitschiet. Hij sprak ook over het vee, het gevogelte, de vissen en het kruipend gedierte, zoals de hagedis die hij in zijn koninklijk paleis met een hand grijpen kon.

Bij veel mensen komt tegen de lente ook hun opmerkzaamheid tot leven: ze zijn blij met het lengen van de dagen, de eerste sneeuwklokjes, de paaslelies, de perenbloesems die op uitbarsten staan en de eerst lammetjes in de wei. Zo ben ik ook opgegroeid: op de lagere school won ik altijd de reep chocolade met “wie het eerste speenkruid ziet bloeien”. Later deed ik mee met de vrijwillige weidevogelbescherming door de nesten van kievit en grutto op te sporen en te markeren. Mijn lerares biologie nodigde mij uit voor de jeugdbond voor natuurstudie. Ik werd zelfs na verschillende excursies op Spitsbergen door een Canadese dame ‘the finding man’ genoemd, omdat ik altijd kon wijzen op een bijzonder plantje, een fossiel, een afgekloven poot van een rendier of allerlei gekke vondsten die tijdens het strand opruimen tevoorschijn kwamen.

Lichamelijk verval en een te smalle economische basis schieten te kort om duizend mooie vrouwen bij elkaar te verzamelen

Nu zal ik nooit de opmerkzaamheid van koning Salomo evenaren. Dat komt omdat God dat zelf heeft gezegd en omdat mijn vrouw dat zal verhinderen en omdat lichamelijk verval en een te smalle economische basis te kort schieten om duizend mooie vrouwen bij elkaar te verzamelen.

Een opmerkzaam hart heeft namelijk ook een keerzijde. Behalve dat ik in de lente de eerste zwaluw of de eerste koekoek ruim twee weken eerder zie of hoor voordat anderen dat doen, zie ik ook hoe de sloten nog even worden uitgebaggerd. Hoe talloze vrachtwagens stront in de Zeeuwse bodem worden geragd. Hoe er gauw nog wat bomen en struiken met de motorzaag worden omgelegd. Hoe bruine kikkers, gewone padden en kleine watersalamanders onder de wielen van het verkeer worden geplet, als de eerste regen bij warm weer op de straat valt. En hoe hulpeloos de eerste solitaire bijen rondcirkelen boven een veldje pas afgemaaide pinksterbloemen op zoek naar voedsel en hun dicht gedrukte holletjes.

Hoe hulpeloos de eerste solitaire bijen rondcirkelen boven een veldje pas afgemaaide pinksterbloemen

Een opmerkzaam hart kan behalve onverzadigd, ook verstopt raken van verdriet, woede en bitterheid. Net als “A man called Otto” (Film met Tom Hanks, 2022) word ik omringd door ‘idiots’ die helemaal niets opmerken. Soms wil ik dat ik die ‘rode pil’ van de waarheid nooit had ingenomen en zou zijn ‘als die man’ die elke zaterdag zijn auto wast, de krant leest of met zijn motor naar het crossterrein rijdt (waarvan ik weet dat daar ooit een oeverzwaluwkolonie zat).

‘April is de wreedste maand’ schreef T.S. Eliot in zijn gedicht ‘The waste land’ in 1921 over de lente en de verschrikkingen van de eerste wereldoorlog. In 2007 kocht ik een kleine hectare van dat verloren land in de Zak van Zuid-Beveland. De komende tijd wil ik op deze plek schrijven hoe ik daar probeer te ontdekken hoe het ‘land van melk en honing’ er uit heeft gezien en hoe de landbouwwetten van Mozes uit het oude testament praktisch toegepast kunnen worden. Wat daarvan de heilzame werking is voor de bodem, de mensen die er werken en de planten en dieren die er leven. Overigens heeft het werken op dat stukje land vooral op mijzelf een heilzame uitwerking, als ik zie dat een waterhoen bij mij in de sloot wél ongestoord kan broeden.

Ik schrijf dit aan het eind van de Stille Week. De meest ontroerende scene uit de film van Mel Gibsons The Passion of the Christ is voor mij als Jezus met het kruis naar Golgotha strompelt en zich naar zijn moeder keert met de woorden uit Openbaring ‘Zie, ik maak alle dingen nieuw’.

Dat is de lente voor mij en voor prediker Salomo: lijden en vergankelijkheid zijn nog overal, maar het herstel van alle dingen komt er onverbiddelijk aan. En dat doet mij weer denken aan het laatste couplet van de song December is the cruelest month van de Waterboys:

December fell deep in the bleak
midwinter time when Jesus Christ
howled a saviours baby’s howl
a primal truth as pure as ice
And though we crucified him on a cross
and dragged his word from prayer to curse
He was able to go anywhere
He was almost one of us!
He was almost one of us!

December viel diep in de gure
midwintertijd toen Jezus Christus
de babyhuil van een redder brulde
een oerwaarheid zo puur als ijs

En ook al sloegen we hem aan het kruis
en sleepten met zijn woord van gebed naar vloek
Hij was in staat om overal te gaan
Hij was bijna een van ons!
Hij was bijna een van ons!

Nanning-Jan is zelfstandig ecoloog voor onderzoek en advies bij allerlei bouw- en sloopprojecten. Daarbij experimenteert hij op zijn hectare ‘land van melk en honing’ met de landbouwwetten van Mozes.