Terafim

Je schermtijd was vorige week gemiddeld 2 uur en 21 minuten per dag.

De melding verschijnt op mijn iPhone. Ik schrik ervan. Dit is een stuk langer dan het doel van de schermtijd-battle die ik ooit met mijn vrouw begon.

Het geruchtmakende boek Generatie Angststoornis van de Amerikaanse sociaal-psycholoog Jonathan Haidt wordt inmiddels in veel media. besproken. Jongeren bevinden zich in een geestelijke gezondheidscrisis, en die is begonnen rond 2012, toen de grote groep toegang kreeg tot een smartphone en sociale media. Onderzoek na onderzoek wijst uit: de smartphone maakt veel levens leeg en ongelukkig. Mensen worden door hun smartphone, en daarmee het continu in verbinding staan met het internet, gemiddeld angstiger en depressiever. Gebruikers zien hun leven vaker als nutteloos, vriendschappen en relaties hollen uit en zelfs de slaap wordt kwalitatief slechter.

Maar het maakt het leven toch juist beter, handiger, interessanter en efficiënter? Een gedeelde agenda en online boodschappenlijstjes. Altijd een vertaalmachine op zak in gesprek met anderstaligen. En, niet te vergeten: overal en nergens de mogelijkheid om iets op te zoeken, of het nou de route is, een e-mail die je nog moest beantwoorden of de laatste informatie over de vertraging van de tram.

Ja. En toch knaagt er iets.

Ik vraag me sterk af of het een kwestie is van ermee om leren gaan of van kleur bekennen. De Engelse schrijver Paul Kingsnorth schrijft in zijn essay ‘Legends of the Fall’: Paulus en de vroege christenen zagen hun geloof niet als een kwestie van goed gedrag, morele verbetering of correct ritueel. Ze zagen zichzelf als strijders in [een] geestelijke oorlog. God was net tussenbeide gekomen in de geschiedenis; hij had de doden bevrijd van hun ketenen en in plaats daarvan Gods tegenstander geketend’.

Mijn opa zou het wel weten. Die zei ooit, op zijn prettig gereformeerde toon: ‘Wee, wee, wee’ – terwijl hij computer en internetverbinding weigerde. WWW. Het Wereld Wijde Web. Internet is kwaad, een web, langzaam maar zeker gesponnen, gemaakt om je te vangen. Eenmaal er in, kom je er niet meer uit.

En de DSM-V, dat dikke handboek voor de psychiatrie, geeft ook weinig ruimte voor nuancering, met hun meedogenloze lijstje van elf criteria als je wilt bepalen of je verslaafd bent aan een middel, oftewel: een stoornis hebt.

  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
  2. Meerdere mislukte pogingen gedaan om te minderen of te stoppen.
  3. Veel tijd nodig hebben voor het gebruik en herstel.
  4. Sterk verlangen voelen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op werk, tijdens studie of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt op het relationele vlak.
  7. Hobby’s, sociale activiteiten of werk opgeven door gebruik.
  8. Voortdurend gebruiken, zelfs als iemand daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruiken, ondanks dat iemand weet dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen (tolerantie).
  11. Onthoudingsverschijnselen ervaren, die minder hevig worden door meer te gebruiken.

Voldoe je aan 2 of 3 criteria, dan heb je een milde stoornis.

Voldoe je aan 4 of 5 criteria, dan heb je een gematigde stoornis.

Voldoe je aan 6 of meer criteria, dan heb je een ernstige stoornis.

Ik voel ‘m al hangen.

Broekzakafgodje

Ik moet denken aan een beeld. Volgens mij is het een plaatje uit een catechisatieboekje van vroeger. Eronder stond de exotische term: terafim. Te zien zijn een rijtje handzame afgodsbeeldjes, uit Oudtestamentische tijden, die zo in je broekzak pasten. Afgodjes in zakformaat.

Terafim wordt vijftien keer genoemd in de Hebreeuwse Bijbel. De allereerste keer komen we ze tegen in de geschiedenis van Jakob, toen Rachel ze had gestolen van haar vader Laban. Ze had ze in haar kameelzadel verborgen. Maar ze kwamen niet alleen bij ‘heidense’ mensen voor. Koning David had er ook één. Ook de priester Micha had in zijn privé-heiligdom verschillende van deze beeldjes.

Deze terafim dienden in rituelen om geluk af te dwingen of genezing te brengen (met terafim op zak zou je beter, fijner en minder zwak worden). Ook was het deel van een voorvadercultus, men gaf ze generatie op generatie door aan elkaar, waarmee deze kleine broekzak-godjes de mensen automatisch verbonden aan hogere machten die bescherming boden. In verschillende passages in de Bijbel lezen we een connectie met waarzeggerij. Van de koning van Babel wordt bijvoorbeeld gezegd: “Hij zal zijn pijlen slijpen; hij zal de terafim vragen, hij zal de lever bezien” (Ezechiël). De terafim zullen mij vertellen wat ik moet doen, vraag ze wat je moet doen en wat goed is voor je! Waarschijnlijk is de Hebreeuwse term afgeleid van het Hettitisch-Hurritische begrip tarpiš, “demon”, “beschermgeest”. De bekende geschiedsschrijver Josephus schreef over het gebruik om de terafim mee te nemen op reis naar vreemde landen. Zonder terafim in je zadel, durf je de reis niet aan. Zonder terafim raak je vast de weg kwijt, ben je onveilig, wordt je misschien wel beroofd. Je bent pas rustig en veilig als je terafim in je zak zit.

Volgens de rabbijnse literatuur betekende het woord terafim “schandelijke voorwerpen”. De godvrezende koning Josia maakte korte metten met de terafim. Hij vernietigt ze (2 Koningen 23): ‘Josia maakt een eind aan het werk van deze waarzeggers en voorspellers. Zo hield hij zich aan de regels uit het boek dat hogepriester Chilkia in de tempel van de Heer gevonden had. Nooit eerder is er zo’n koning geweest als Josia. En ook na hem is er nooit meer zo’n koning geweest. Josia deed altijd wat de Heer wilde. Hij leefde volgens de wet van Mozes, met zijn hele hart, met zijn hele ziel en met al zijn kracht.’

En wat ik daar nu mee moet? Ik ben bang dat Jonathan Haidt, mijn opa, de DSM-V en koning Josia het wel zouden weten.

Theo Vreugdenhil is pastor van een interculturele buurtkerk in Nieuwegein. Pionier, dominee of priester mag ook. Daarnaast is hij ondernemer in de installatie van zonnepanelen en heeft hij een sociale coöperatie opgezet, waar hij bedrijfjes start met vluchtelingen.