Het leven als schimmelweb

Wist je dat er in één theelepel gezonde aarde wel honderd tot tienduizend meter lange schimmeldraden zitten? Wat zou het betekenen als het Koninkrijk van God is als de schimmel die ons omringt?

Mycelium (wikicommons)

Het regent hard, heel erg hard, als we willen beginnen met de Buitendienst, zoals we onze wekelijkse activiteit op zondagochtend noemen. We ruiken de grond, zien de paddenstoelen en horen het tikken van de regen op onze capuchons. Vandaag denken we na over de schimmels. We realiseren ons nauwelijks dat we omgeven zijn door schimmels. We staan erop, ademen het in, eten ervan, maar het blijft een verborgen wereld voor ons.

Maar wat zijn schimmels nu eigenlijk? Moeilijke vraag omdat ze moeilijk in een vak te stoppen zijn. Letterlijk. Hyfen zijn de basis van de schimmelnetwerken. Een soort dunne eencellige buisjes. Het totale netwerk van hyfen is mycelium. En paddenstoelen zijn een soort vruchten van het mycelium: een soort vervilte kluwen hyfen.

Volgens sommige schattingen zou al het mycelium in één gram aarde – ongeveer een theelepel – ergens tussen de honderd meter en tien kilometer lang zijn. In de praktijk is het onmogelijk om te meten hoe diep mycelium doordringt in alle bouwwerken, systemen en bewoners op de wereld; daarvoor is het te strak geweven. We kunnen het ons eigenlijk niet voorstellen. Het zijn intelligente netwerken. Mycelium blijkt een soort geheugen te hebben voor richting. Mycelium kan uit een doolhof komen en de route “onthouden”. Mycelium “weet” wanneer er veel te halen valt en versterkt die routes.

Schimmels zijn overal, maar je ziet ze gemakkelijk over het hoofd. Ze zitten in je en zijn overal om je heen. Ze houden jou en alles waarvan je afhankelijk bent gaande. Op het moment waarop je deze woorden leest, veranderen schimmels de manier waarop het leven zich voltrekt, zoals ze dat al langer dan een miljard jaar doen. Ze eten gesteenten, brengen de bodem voort, verteren milieuverontreinigende stoffen, voeden én doden planten, kunnen in de ruimte leven, veroorzaken visioenen, produceren voedsel en medicijnen, manipuleren het gedrag van dieren en beïnvloeden de samenstelling van de atmosfeer.

Zoals schimmels planten van voedsel voorzien, gebruiken schimmels andersom planten, dieren en mensen om hun eigen cyclus van leven voort te zetten. Zij overleven niet zonder ons, maar wij ook niet zonder hen. Wat als God ons, net als schimmels, niet vraagt om de natuur te beheersen, maar om onze plek in te nemen in het web van het leven? Een plek waar we dienen en worden gediend?

Fysiek gezien begint ons leven waar ons lichaam begint en houdt het op als ons lichaam ermee ophoudt. Maar als we onszelf zien als dienende mensen, in het web van het leven, klopt dit beeld dan wel? In ons en met ons leven zo’n veertig triljoen microben — bacteriën, schimmels, virussen — die ons helpen met het verteren van voedsel en het aanmaken van voedingsstoffen. Ons lichaam herbergt meer cellen van microben dan eigen cellen. Het beschermt ons tegen ziekten en beïnvloed zelfs ons gedrag. Zijn wij de heersers of dienen wij misschien juist deze levensvormen?

Schimmels zijn een sleutel om de aarde waarop we leven te begrijpen, en ook de manieren waarop we denken, voelen en ons gedragen. Het is een beeld om onszelf in de tijd te begrijpen. Het groeipuntje, het hyfenpuntje, is het huidige moment – je ervaringen tot nu toe – dat zich voorwaarts de toekomst in knaagt. De geschiedenis van je leven is de rest van de hyfe, het spoor dat als een verstrengelde kluwen achter je ligt. Een myceliumnetwerk is een kaart van de recente geschiedenis van een schimmel en herinnert ons eraan dat elke levensvorm in feite een proces is, en geen ding. De ‘jij’ van vijf jaar geleden bestond uit ander materiaal dan de ‘jij’ van nu. De natuur is een gebeuren zonder einde. Een ecoloog beschreef het zo: ‘We beschouwen dieren en planten als materie, maar in feite zijn het systemen waar permanent materie doorheen gaat.’ Wanneer we een organisme zien, of het nu een schimmel is of een dennenboom, zien we één enkel moment in zijn continue ontwikkeling.

Wat als wij niet de kroon op de schepping zijn maar een onderdeel van een verweven leven? Een ongemakkelijke gedachte? Is het te verenigen met onze protestants christelijke traditie? Jezus’ kruisiging laat zien dat de dood niet het einde is, maar dat er leven ontstaat juist waar we zwak en breekbaar zijn. In de schimmels vinden we een vergelijkbare waarheid: in het verval, in de verrotting van het oude, ontstaat nieuw leven. Wat als dit niet alleen een metafoor is, maar een werkelijkheid die ons leert dat ons leven verweven is met alle leven, in dienst van de grotere schepping?

Schimmels herinneren ons aan een Koninkrijk van dienen. In alle opzichten de minste zijn. Het leven als continue proces zien en leven altijd doorgaat. Sporen van het Koninkrijk: kleiner en onzichtbaarder dan een mosterzaadje maar onmisbare schakels in de verbazingwekkende schoonheid van de schepping.