
Nu we ons volop begeven hebben in de decemberdrukte (doen we onszelf aan hoor) vragen we ons af of het echt gebeurd is. Ons verblijf op Lesbos en ons werk daar in de kliniek van Stichting Bootvluchteling (lees hier deel 1 van het avontuur). Want het lijkt van een andere wereld te zijn geweest. Op een bepaalde manier staat het alweer zo ver van ons af. En als het dan bijna Kerstfeest wordt, dan sta je toch ineens weer stil bij dingen die je daar hebt meegemaakt.
Na terugkomst heb ik zelf eerst een paar weken alle nachten gedroomd over Lesbos. Over de vluchtelingen, over het team en over allerlei andere zaken die daar speelden. Na verloop van tijd stopte dat en lijkt het of we niet weg geweest zijn.
We hebben kort geleden op NPO2 een documentaire gezien “Mindgame” over hoe jonge asielzoekers naar Europa komen, hoe ze gehinderd worden en wat het ze kost in elk opzicht. En we realiseerden ons opnieuw dat we met deze mensen een tijdje hadden doorgebracht. En hoe ongelofelijk het al was dat ze daar veilig aangekomen waren. Het is net alsof dat daar amper tot ons doordrong. Je was vooral bezig. Maar met terugwerkende kracht voelen we die verbondenheid nog. “Kennen” we deze mensen en voelen we het in ons hart.
“Wat heeft het je gebracht”, vragen mensen. “Hoe vond je het? Kon je het aan?”. Wat moet ik zeggen? Naar waarheid kunnen we alleen maar zeggen dat het ons goed deed om een mini-schakeltje te zijn, om menselijkheid te mogen geven en om vriendelijkheid en dankbaarheid terug te krijgen. Voor je ego hoef je het niet te doen, zeiden we tegen onze vrienden. Nee, maar we ontdekten dat het heel goed is voor je hart. Een aanrader dus!
En eerlijk waar: de vluchtelingen zelf zijn zo ongelofelijk moedig! Ze proberen iets te maken van hun leven en de gesprekken gaan ook over de meest basale dingen, naast de zeer schrijnende verhalen die je ook hoort of ter plekke ziet.
En terugkijkend schamen we ons bijna, dat wij elke avond naar onze kamer konden gaan met een goed bed en normaal te eten en privacy. Als we in het kamp hadden moeten verblijven, dan was ons verhaal nu vast heel anders geweest. Dan was het vast vreselijk geweest en ik weet niet of we dan ooit nog hadden willen terug gaan.
Mijn zoon zei: je kan misschien iets vertellen over hoopvolle verhalen. Maar om eerlijk te zijn: We hebben ze daar in het kamp niet gehoord. Ik heb wel hoop gezien bij mensen die in een hopeloze situatie terecht gekomen waren. Dat vonden we bewonderenswaardig. Ik heb hoop gekregen door de vele mensen die zich willen inzetten voor deze groep ongewenste vluchtelingen. Maar onze gedachten gaan af en toe toch even terug naar de verhalen waar ik er hier een paar van noem. Geen dingen uit de krant, maar gewoon de dingen die daar voor onze neus gebeurden.
Die Palestijnse patient waar een noodoproep voor kwam toen we in de kliniek spreekuur hadden. Die, bij aankomst van ons medisch team, net gehoord bleek te hebben dat er familie was omgekomen bij de recente oorlog tussen Israël en de Palestijnen. Die daardoor letterlijk buiten zichzelf was geraakt. Een zenuwinzinking.
De mensen die binnen kwamen met blauwe plekken. Niet van de boottocht, maar van de niet-welkome ontvangst bij aankomst op Lesbos. Of een man die helemaal duizelig binnenkwam in de kliniek. Wat bleek? Hij had 10 dagen niet gegeten omdat hij zich in het bos had verscholen, zodat hij niet opgepakt kon worden en in het bootje terug geduwd.
Die mevrouw uit een Afrikaans land die in de kliniek kwam voor iets kleins, maar met een strak gezicht daar zat. Waardoor degene die haar begeleidde ons maar even inlichtte. “haar broer is vannacht verdronken hier in het water toen hij de oversteek wilde maken”. Net gebeurd dus, zomaar uit de eerste hand hoor je dat. Je kan de pijn niet bevatten die ze moet hebben. En de woede misschien wel, dat dit nodig was. Dat hij niet veilig kon oversteken. We konden niet anders dan stil zijn en extra zorg en liefde geven.
De man die bibberend binnen kwam, niet gekleed op de koude wind die in de avond opsteekt in deze maanden. Hij had geen andere kleren meer. Maar wat zijn we dan blij dat er andere organisaties zijn die voorzien willen van warme kleding. Waar we hem natuurlijk van op de hoogte brachten.
Of de man die na een overtocht aankwam in de nacht en met een kind uit de boot stapte. Waarbij hij zijn been lelijk beschadigde, waardoor hij bloedend binnen kwam. Niet het vele bloed en de hechtingen, maar de gewone realiteit van een gewond been van een geduldig wachtende man na een vluchtverhaal van lange tijd waarbij hij eindelijk “veilig” was. Dat dacht hij tenminste.
Dat hoorden we vaker. Als mensen iets vertelden zeiden ze al snel : “maar nu zijn we veilig”. En wij, we dachten: “je moest eens weten”. Want dan begint er weer een nieuw hoofdstuk in het verhaal van een lange lijdensweg.
Als we denken over hoop dan denken we toch het meest aan de kerkdienst waar we redelijk onverwacht belandden. Een dienst waar de gemeente voor de helft bestond uit Eritrees/Ehtiopische vluchtelingen uit het kamp en voor de andere helft uit vrijwilligers die in het kamp werkzaam waren. Die met elkaar God prezen en aanbaden. Op hun eigen bijzondere manier. Waar wij soms als uiterste uiting onze handen omhoog steken bij de lofprijzing, wiegen zij gebogen staande heen en weer met hun armen alsof ze een kind wiegen. Hun teken van dankbaarheid en lof voor de Allerhoogste. Maar waar ook de pijn en de moeilijke gebedspunten zo naar voren kwamen. Een kleine kerk op een aftands industrieterrein dichtbij het kamp. Waar we eventjes één waren, al waren wij ook daar weer in de luxe positie. Fysiek tenminste. Geestelijk zijn zij het misschien.
Die als achterburen op hetzelfde aftandse industrieterrein een kleine Afghaanse gemeente hadden die samenkomt op zondag met Afghaanse vluchtelingen uit het kamp. Die ook door de week bijbelstudie doen en waar gesprekken plaatsvinden en mensen Jezus leren kennen. Waar iedereen gewoon welkom is en voor de veilige sfeer mag komen. Waar niets wordt opgedrongen, maar de liefde van God wordt geleefd. Waar de wasmachines draaien kunnen, je elkaar kan ontmoeten met wat eten en drinken erbij en waar aandacht voor je is. Waar een pastor is die geen woord Farsi spreekt, maar zijn boodschap gewoon brengt via Afghaanse medewerkers. Omdat hij namelijk helemaal niet van plan was daar lang te blijven. Maar ja, soms gehoorzaam je gewoon de roepstem.
Waar je te eten kan krijgen en toch niet het christelijk geloof hoeft aan te nemen. Waar werkelijke vrijheid is. En o, wat hunkeren veel vluchtelingen daar ook naar!
We zouden liever iets wezenlijk willen oplossen. Maar het kan niet. Wij niet. Dat beseffen we hier. Daar zijn grotere partijen voor nodig die niet willen. Die hulp liever uitbesteden aan anderen, ver weg van de Europese grenzen. En de recente verkiezingen hebben laten zien dat deze plannen goed lijken in de ogen van veel Nederlanders.
Terwijl het beeld dat van de vluchtelingen bestaat een onzuiver beeld is. Het zijn sterke mensen. Die grote offers brengen voor hun leven, hun kinderen, hun familie. Het zijn moedige mensen waar we heel veel van kunnen leren. Ik wel tenminste. Ik voel me verwend met mijn bed en mijn luxe bad en volop te eten en drinken. Mijn veiligheid. Mijn vrijheid om te geloven. Mijn familie en vrienden dichtbij.
En we realiseren ons opnieuw, ook door de gesprekken met mensen op Lesbos, dat ons gedrag in verre landen konsekwenties heeft voor het aantal mensen dat hierheen vlucht. En dat dat gevolgen zal hebben voor onszelf. Of we ze nou wel of niet welkom heten. Komen zullen ze. Dus je kan maar beter je hart open zetten en je tafel gedekt hebben. Om ze te ontvangen. Zodat vriendschap en liefde de graadmeters worden/blijven en niet angst. En geloof me, dan wordt het leven zoveel leuker ook nog.
Samenvattend: wat heeft het ons gebracht? Beschaamdheid misschien? Om ons leven hier waar we zo makkelijk weer instappen. Om de agenda’s die weer vol gemaakt worden met afspraken voor kerstdiners waar je natuurlijk ook van genieten mag. Maar die tegelijkertijd ook schrijnend aanvoelen vanwege onze enorme overvloed aan luxe en vrijheid.
Maar het heeft misschien ook wel verlangen gebracht om meer te delen van onze liefde en veiligheid. Hier in Nederland en ook elders in de wereld. Om terug te gaan naar plaatsen als Lesbos als dat enigszins mogelijk is. En het heeft ons respect gegeven voor al die mensen die de moed bewaren, zelfs al is hun leven zo pijnlijk ongewenst daar.
En misschien leidt het ook tot een blijvende verandering in ons eigen gedrag en denken op sommige gebieden. Maar dat proces, daar zitten we nog middenin.
Ontvang de eerste papieren Karavaan en bestel nu

Eind januari hopen we hem uit de stencilmachine te zien rollen: de eerste papieren versie van de Karavaan der Zotten. Vanaf 1000 bestellingen zijn we uit de opstartkosten. Bestel nu je eigen stapeltje om dit mooie plan mogelijk te maken!
Tussenstand 25 december: er is nu betaald voor 619 exemplaren. Nog 381 te gaan voor we kunnen gaan drukken!