Hoe kom je uit de slachtofferdriehoek?

Jezus leert ons om niet terug te vechten als iemand ons kwaad doet. Maar dat is geen excuus om zwak te zijn en slachtoffer te blijven. Jezus biedt juist een uitweg uit het hele verhaal van dader en slachtoffer. En dat is bevrijdend voor vrouwen die worden kleingehouden, zoals in de Iraanse cultuur.

illustratie door Justyna

Je kunt niet overschatten hoe diep het minderwaardigheidsgevoel zit bij vrouwen uit het Oosten. Alle vrouwen die ik ken, voelen dat.

Welke Iraanse familie ik vroeger ook bezocht, ik zag altijd dat ze allereerst van hun zoons hielden. Dat komt voort uit de islam, het is de realiteit. Als meisje moest ik me eerst bewijzen voor mijn ouders. Ik moest eerst laten zien dat ik hard schoon kon maken of slim kon zijn. Als ik met mijn neef Hassan speelde, keken ze allemaal vertederd naar hem. Zo groei je op met de identiteit van een werkster. We zijn allemaal grootgebracht met het gevoel dat wij erbuiten staan. En we gaan van alles doen om die erkenning te krijgen, maar de wrok en de boosheid blijven in ons zitten.

Ik heb me zelf ook altijd verzet. Ik vond het stom dat ik niet verliefd mocht worden, maar jongens wel. Ik vocht altijd terug, als kind al. Toen ik zestien was zag ik hoe een schilder vanaf de trap in het decolleté van mijn moeder keek. Ik heb meteen zijn zijn trap omvergeschopt. Hij brak zijn been. Ik werd meteen opgepakt en moest een paar uur op het politiebureau blijven, totdat mijn familie had betaald. Het was een grote schande voor de familie, ze deden alsof ik de crimineel was.

Toen ik in een asielzoekerscentrum de hele tijd werd lastiggevallen en nagelopen door een man, heb ik op een dag al zijn dure merkkleertjes één voor één over het balkon gegooid. Schreeuwend. Iedereen heeft het gezien, hij schaamde zich dat een vrouw zo deed, hij werd in shock afgevoerd door de ambulance. Er was één bewoner op de gang die rustig zei: ‘Dat heb je goed gedaan.’ Ik wist toen nog niet dat we een paar jaar later met elkaar zouden trouwen!

Maar terugvechten versterkt de dynamiek. In de hulpverlening praten ze over de slachtofferdriehoek, met de drie rollen van slachtoffer, dader en redder waar je in kunt schieten. De één gedraagt zich als zwak slachtoffer. De ander gaat doen zoals de dader. De derde gaat de reddende, beheerste persoon spelen die boven de anderen staat. Maar ze versterken elkaar! Ik weet nu dat Jezus me uit die driehoek roep. Elke dag weer. Elke dag ben ik bezig met deze dynamiek, en zeg ik: ‘ik ben geen naïef popje, ik ben geen buitenstaander, ik ben een dochter van God!’

Maar we zijn hier duizend jaar lang mee gevoed. Die patronen zijn niet zomaar weg, ook niet in de kerk. Ik werd pas nog heel dominant en hard toegesproken door een Iraanse man uit onze kerk en het raakte me diep. Ineens voelde me ik weer heen en weer geslingerd tussen de drie opties, tot ik het kruis achter ons zag. Ik voelde dat Jezus zei: ‘Welkom in het ziekenhuis, hier zijn heel veel zwakke mensen. De driehoek is open, loop met me mee de driehoek uit.’ Ik wist dat ik moest kiezen voor een relatie, in plaats van afstand, en ik gaf hem een knuffel, vanuit mijn tranen. Het was heel moeilijk, maar het zorgde ervoor dat die man openging. Hij schaamde zich voor zijn gedrag.

Niet iedereen reageert zo positief. Sommige mensen willen je kapotmaken. Dus het blijft vechten, maar dan anders. Paulus schrijft in de brief aan Efeze dat we geestelijk moeten vechten, want we vechten niet tegen mensen maar tegen de geestelijke realiteit. Hij zegt dat we moeten bidden, en geestelijke wapens moeten aandoen: je redding, je geloof, je woord. Wij hebben met vrouwen een manier bedacht om dat letterlijk te doen. We prijzen God. We staan stil bij ons geloof, en wie we voor God zijn. Daarna bidden we voor de geest van afwijzing, of zelfmoord, of echtscheiding, of iets anders, en we zeggen: je hebt geen kracht, ga weg in de naam van Jezus Christus. En zo worden we vrijer van negatieve gedachten. We komen op Gods golflengte in de wereld.

Zo kan ik ook beter moslims tegemoet treden. Ik voel vaak de geest van de islam, de geest van afwijzing. Ik voel het bij vrouwen, waar we iets mee afspreken, en dan doen ze alsof ik verantwoordelijk ben voor de keuze, zij staan er immers buiten. Maar als ik die ander dan ook afwijs, doe ik alleen maar mee met het spel. Dan maak ik de geest sterker. Ik probeer mijn veiligheid en identiteit bij Jezus te vinden, zodat ik de ander met open armen kan ontvangen. Soms kan iemand bij ons in huis logeren. Maar ik dat niet naïef, want de deur kan opengaan naar oordelen of roddelen. Ik moet het bewust en geestelijk doen. Dan ontstaat er vrede.

Soms kom ik diezelfde geest ook tegen bij Nederlandse christenen. Het is de geest die zegt: ik ben sterk, jij bent zwak, ik ga jou helpen. Maar het is een leugen! Ik hoef niet een zwak slachtoffer te zijn. Ik hoef ook niet boven jou te komen, door terug te slaan of door te doen alsof ik jou ga helpen. Ik ben een kind van God, en jij ook. En zo roept Jezus ons uit die driehoek.

Dit artikel staat ook in de gedrukte krant #3!

Shima Sabghi

Shima is missionair werker in Utrecht. Ze komt uit Iran. In haar Atelier Overhoop, in Utrecht, maken vrouwen uit de Overvecht mooie en waardevolle dingen met afgedankte stoffen.