Vandaag is het aswoensdag. De start van de vastentijd. Ik was vanochtend helaas te laat om in onze plaatselijke katholieke kerk nog een askruisje te halen. Het was tenslotte mijn uitslaapdag. Toch miste ik het, toen ik eenmaal aan het werk was. Dat jeukende gevoel een dag lang op mijn voorhoofd, en de woorden: ‘Tot stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren’.

Daarom – spreekt de HEER –, keer nu terug tot mij met heel je hart en begin te vasten, te treuren en te rouwen. (Joël 2:12)
In de tijd dat ik in de binnenlanden van Papua woonde, zag ik geregeld mensen naast hun dorp een stukje oerbos platbranden om er vervolgens een tuin te starten. Het deed mij altijd een beetje pijn. Bomen verbranden voor landbouwgrond, ook al waren het maar kleine stukjes en deed iemand dit om zijn eigen gezin te kunnen onderhouden. Later ging ik pas echt beseffen wat er de maanden daarna gebeurde. Zoete aardappels die in allerlei soorten gretig omhoog groeiden. Het as maakte de grond zeer vruchtbaar.
Zonder sterven, geen vrucht.
Zonder dood, geen leven.
Het askruisje betekent dat ik mag erkennen dat ik God nodig heb. Het is steeds opnieuw willen kiezen voor wat rein en vruchtbaar is: de weg van Jezus.
Ik kan mijzelf niet redden, ik moet gered worden.
Ik moet verliezen om te winnen.
Ik moet loslaten om te vinden.
De vastentijd is een tijd van inkeer. Van bekering. Dat betekent eerlijk naar jezelf kijken: waar ben ik de verbinding met God of met anderen kwijtgeraakt? Waar ben ik te druk geweest met eigen zorgen en verlangens? Waarin ben ik teveel gehecht aan het hier en nu?
We zijn de wereld als mensen flink naar de gallemiezen aan het helpen. In de tijd van de Bijbel was het een teken van rouw om as over je hoofd te strooien. Een manier om te treuren en te rouwen. Op een fysieke manier uitbeelden wat je in je hart ervaart. De doodsheid en dorheid in de krantenkoppen bijvoorbeeld.
Voordat we bij elkaar kunnen brengen wat bij elkaar hoort, moeten we doorvoelen waardoor de scheiding is ontstaan. Voordat we kunnen werken aan herstel, moeten we rouwen om alles wat gesloopt en geroofd wordt.
Jesaja 58: 1-7
Waarom ziet u niet dat wij vasten,
en merkt u niet op dat wij ons onthouden?’
Omdat jullie op je vastendagen nog handeldrijven
en jullie arbeiders afbeulen,
omdat jullie onder het vasten strijden en ruziën
en vol vuur met elkaar op de vuist gaan.
(…)
Is het niet: je brood delen met de hongerige,
onderdak bieden aan armen zonder huis,
iemand kleden die naakt rondloopt,
je bekommeren om je medemensen?
Theo Vreugdenhil is pastor van een interculturele buurtkerk in Nieuwegein. Pionier, dominee of priester mag ook. Daarnaast is hij ondernemer in de installatie van zonnepanelen en heeft hij een sociale coöperatie opgezet, waar hij bedrijfjes start met vluchtelingen.