Het klooster uit, de beek in

Deze week ben ik op stilteretraite in Engeland, bij de Northumbria Community, een gemeenschap voor nieuwe monastiek. Drie dagen stilte, bidden en luisteren, nadenken over mijn eigen dromen van een klimaatklooster. Maar ik wil naar buiten. Ik wil het groen in, de helling af, naakt in de beek plonzen.

Het is een droom waar ik al langere tijd mee loop: een klimaatklooster. Een plek waar gelovigen met de natuur leren leven en een heuvel bebossen tot er weer water uit stroomt, een beek. Een leefgemeenschap met landleven en een kapel, boomgaard en meer van dat, waar mensen heen kunnen vluchten als de omgeving overstroomt of omverwaait… een refugio, zoals biologen noemen, een plek waar biodiversiteit wordt bewaard die daarbuiten in de verdrukking is. Het is mijn eigen toekomstdroom.

Na twee dagen stilte, waar sta ik met die droom? Hmm, geen donder opgeschoten, maar hij is ook niet onderuit. Geeft God wel antwoord? Nog geen richtinggevende woorden.. en ik word met mezelf geconfronteerd… lekker is dat.

Een mooie droom, ‘echt weer met de natuur leven’ in een leefgemeenschap. En ik zie de moeiten van mijn leven en misschien wel hoe ik (on)georganiseerd ben. 25 jaar leven met depressie heeft sporen achtergelaten, ook al sta ik nu wel in het leven. Als je maar vaak genoeg valt en genade toepast leer je wel opstaan, en van die club ‘opstanding’ ben ik overtuigd lid. Er zijn nog de fall-outs, het wegvluchten van negatieve emoties of ervaringen met allemaal tools, niet even geestelijk. Er is mijn huis en leven waarvan ik geregeld denk: niet op orde. Een kind dat is vastgelopen na de dood van moeder, mijn vrouw dus. Hoogbegaafdheid, autisme en transgender. Een huis dat maar rommelt en mijn onvermogen en beperkte energie om gezond te koken en opgeruimd te blijven. Dat staat me ook hier voor ogen en verstil je daar maar eens uit. Dan nog mijn rug en spanning door vijftig jaar in mijn hoofd te leven (wist ik veel) wat ik nog moet/mag leren loslaten….

Nu lijkt het alsof mijn leven niets leuks heeft, maar vergis je niet: ik kan hartgrondig plezier hebben en genieten van mensen en de (groene) wereld om me heen. En houd inmiddels ook meer van mezelf.

Sexy

En van de natuur! Dat blijft overeind. Het verstillen in de gebouwen en gebouwtjes en groepen rond een tafel, het huis en kapel… waarom doen we dat eigenlijk? Is het om onszelf te beperken? Kleiner is beter, minder is meer? Hebben we een soort ascetisch kader nodig om ons naar binnen te richten? Ik kan dit ook wel een uur…

En dan moet ik naar buiten, ik loop vanaf de gedomesticeerde, mens gemaakte omgeving over een weg met hagen naar het rivierdal. Daar is de natuur redelijk ongerept, wat heerlijk is dat. Ik daal af in de moederschoot van de aarde en vergeef me de vergelijking: een dal met vloeiende en scherpe hellingen, met weiden en deels bebost met struwelen en oude eiken met de rivier in het midden (mother nature is sexy). Bij een luwe oever kleed ik me uit en zwem een paar minuten in koud water, het is winter. Ik denk niets meer, er zijn alleen mijn lijf, de ademhaling en de helende kracht van natuur om me heen. Het voelt alsof al mijn cellen het weer doen. Mijn hoofd wordt even rustig als leeg en helder. Weer aangekleed loop ik naar een prachtige oude eik met een meters lange holte in zijn stam. Daarin zit een dood deel van de eik. Overal zie ik nog takken van de dode eik. De grote eik heeft het omarmd, groeit eromheen, sluit het in en staat in volle kracht misschien nog wel een paar honderd jaar. Hoe het leven de dood of dat wat in jezelf dood is omarmt en er overheen groeit. Een beeld van genade en kracht.

Aan de overkant van de rivier staat een boom die bijna helemaal is overwoekerd door klimop. Er staan meer bomen zoals deze, maar die zijn donkergroen. Deze is opvallend lichtgroen. Deze lijkt op een persoon met een arm naar voren en een arm omhoog, alsof ie wil slaan. Waarom zou t slaan zijn? Het kan net zo goed zegenen zijn.. het gezicht is vriendelijk. De figuur heeft voor zich één of twee bollen op middelhoogte. Nu lijkt de arm alsof ie een deksel van een pan vol eten heeft gehaald. Deze ‘greenman’ is een beeld van God. Hij heeft twee pannen, dus drie armen… waarom ook niet? God heeft vele armen.

De natuur is mijn huis

Klimop zuivert vervuilde lucht, geeft zuurstof, bloeit in de herfst als er bijna niets meer bloeit en geeft vruchten pas in het voorjaar als de trekvogels terug komen van een lange reis. God zorgt, geeft de aarde en daarmee de mensen wat nodig is: leven.

Ik moet weer gaan lopen, niet omdat ik weg wil, maar omdat het koud is. Terug naar de gebouwen. Gebouwen, hmm, daar wil ik liever gauw weg, ik mis daar iets, voel me opgesloten, gekaderd en ben het gauw zat: levenloos, vrijheidsbeperkend, mensgemaakt, dat doet iets met me. Met de gedachte ‘De natuur is mijn huis’ loop ik terug. Zo had ik het nog niet eerder benoemd. Natuur en daarin God zien is al langer mijn passie, ofwel: ik kom er tot leven, begrijp dingen die ik niet begrijp al is het maar dat de natuur ongelofelijk complex en tegelijk verbonden is. Daar kan ik me overgeven aan God. Daar wil ik iets mee blijven doen.

Soms voel ik me een gek: anders dan anderen: het lijkt immers alsof iedereen God vereert in de stilte van een kamer, huis, kapel, gebouw of kerk. Ook hier in de community gaan de viering teksten daarover: ik ontmoet U in uw tempel. Elders is het: in uw huis wil ik wonen. Of: we gaan op naar Jeruzalem (stad). Is christendom verankerd in steen? Is God in de natuur ervaren ook oké? Ik troost me met een oude gedachte: voordat God in gebouwen, kerken, huizen, kapellen of tempels was, was Hij in een tent en een wolk en daarvoor overal. Wij hebben God in een hokje gestopt. Oh ja, je kunt God in de natuur ervaren, daar zoeken en leren kennen. En dat blijft er voor nu over: het is het hart van deze stilte. En de vorm en wat ervan komt?

De grap is nu dat door dit schrijven ik weer helemaal in mijn hoofd zit en daarmee crëeer ik spanning in mijn lijf. Weer een nieuwe ontdekking om over na te denken. Wij, in deze maatschappij, zitten veel in ons hoofd en dan vooral in die bovenste twee centimeter. Wij… zijn meer dan dat: het hoofd is een hulpmiddel voor zijn en wij hebben het andersom gemaakt. Met de natuur leven is lijf, adem, beweging, overal roept Hij je tot leven.

Klaas Hemke

Klaas Hemke houdt zo van de natuur dat hij er zijn werk van heeft gemaakt. Als zogenaamde Polderprof helpt hij bedrijven met ecologische projecten of biodiversiteitsplannen. Maar het liefst springt hij in zijn blootje in een koude sloot, en dat komt doordat hij van binnen nog gewoon een Germaan is. Een heidense Germaan, die bier wil drinken en wil knokken om de vrouwen, maar die ook gegrepen is door Christus en de Bergrede.
Klaas Hemke bestaat dus uit twee helften, net als wij allemaal misschien.