Ik wil je meenemen naar een merkwaardige plek. Ze is er altijd en toegankelijk voor iedereen. Toch zijn er maar weinig mensen die er vaak komen. Het is een plek die groter kan worden, maar ook kleiner. Ze kan zelfs vervluchtigen, als was ze een illusie. Het schijnt dat ze makkelijker vindbaar is voor vrouwen dan voor mannen. De plek is open, maar niet leeg. Op deze open plek staat namelijk een tafel. Een werktafel. En wat ik hier vond was vreugde.

Waarschuwing vooraf: dit artikel is pure manipulatie. Het doel is om je aan het schrijven te krijgen. Niet om de wereld te veranderen, maar voor de lol. Want plezier is een heilige zaak, zal ik zometeen onweerlegbaar aantonen. En wie weet, verschijnt er ooit iets van jouw schrijfplezier in de Karavaan.
Ik ontdekte de plek per ongeluk. Letterlijk. Mijn vader overleed plotseling. Mijn moeder vond hem dood op zijn bed. Tijdens mijn speech op de begrafenis zei ik dat het voelde alsof ik nietsvermoedend tegen een glazen pui opliep. Een paar weken later probeerde ik de draad weer op te pakken. Maar het ging niet. De draad was te zwaar. En dus nam ik een sabbatical, en dat is waar ik kennismaakte met de open plek.
In eerste instantie voelde die open plek als een woestijn. Ze was leeg. Geen moer aan. Er was niemand. Ik hing er maar wat rond, met m’n ziel onder m’n arm. Nou ja, ik was niet helemaal alleen. Ik was daar met mijn demonen. Want wie ben je als je geen werk hebt? Niet voor je gezin kunt zorgen? Als je je leven niet bepaald als een succes beschouwd? Dat is de ellende van de midlifecrisis: vaststellen wat je allemaal niet bereikt hebt én onder ogen zien dat het ook niet meer gaat gebeuren. Er sterft van alles. Voornamelijk ego. Een van de lastigste vragen die uit het as oprezen was: wat geeft je plezier? Ik wist het antwoord niet. Net als iemand die altijd aardappels eet gaandeweg z’n smaak kwijt raakt.
Maar omdat ik niks te doen had, begon ik maar dingen te maken. Ik begon wat te schrijven. Over wat me bezig hield. Toen ik mijn pen neerlegde viel me op dat ik meer energie had dan toen ik hem beetpakte. Het schrijven zelf was een soort schatgraven. Om de zoveel zinnen zag ik mezelf iets opschrijven dat waar voelde. Niet omdat het zo slim, intellectueel of salonfähig is. Maar omdat het ergens uit een diepe bron naar boven leek te komen.
Dit plezier was iets anders dan Netflix kijken. Zelfs anders dan wandelen in de Alpen. Dat plezier is genieten van wat anderen gemaakt hebben. Dit plezier ging over het tevoorschijn komen van mijn eigen aanwezigheid (wat vele spades dieper steekt dan genieten van talent). Die aanwezigheid was ik kwijtgeraakt. Of ik was me er simpelweg nooit bewust van geworden.
En die bewustwording is een heilige zaak.
Ik ben opgegroeid in een gereformeerd gezin. Ik heb zonder overdrijven vele honderden preken gehoord die me uitlegden wie God is en wat zijn plan is met de wereld.
Ondanks dat het me met de paplepel was ingegoten, heeft het jaren en jaren geduurd voordat ik eindelijk voor mezelf doorkreeg waar het God om te doen is:
Dat de mens zijn vrijheid weer terug kreeg.
Dat was het doel. Dat was de missie van Jezus. Dat is het plot van de Bijbel.
Om ons de autonomie terug te geven die we kwijt waren geraakt.
Pas toen ontdekte ik dat ik midden in mijn alledaagse leven een tegel heb liggen, midden in het trottoir, waar niemand op kan gaan staan behalve ik zelf. Niemand.
Je kan me alles afnemen, zei iemand tegen een kampbewaker in Auschwitz, m’n lichaam en zelfs m’n leven. Maar niet m’n waardigheid.
Voor mij is het betreden van de open plek in het bos, het opzoeken van die tegel.
Waar ik niet zit als vader.
Of als christen.
Of als therapeut.
Of als zot.
Of als…
Maar als mezelf.
De plek waar geen schuld is om te vereffenen. Geen voorwaarden om aan te voldoen. Geen vakjes om af te vinken. Geen agenda om af te werken.
De plek waar ik ben zoals ik ben.
Het is de plek die ik het meest vrees van alles. Want hier vertelt niemand me wat ik moet doen. Of hoe het hoort. Of wat er van me verwacht wordt. En dat vind ik vreselijk lastig. Laat me vaderen. Laat me moederen. Laat me rennen. Laat me helpen. Laat me een slaaf zijn van de urgentie, dansen naar de pijpen van de dopamine, mijn carriere, mijn ego, of andere vormen van afgoderij.
Daarom is voor mij de open plek een heilige plek.
En het betreden ervan een vorm van gebed. Aanbidding zelfs. Waar ik doelbewust mijn Godgegeven autonomie cultiveer, gelardeerd met gevloek en gezucht van frustratie omdat ik overal wil zijn behalve hier. Rammelend op een toetsenbord. Juichend als op die open plek iets uit mijn handen komt. Vertwijfeld ijsberend na een miskraam. Teveel koffie drinkend er tussen in.
En? Krijg je al een beetje zin om te schrijven?
Ontvang de eerste papieren Karavaan en bestel nu

Eind januari hopen we hem uit de stencilmachine te zien rollen: de eerste papieren versie van de Karavaan der Zotten. Vanaf 1000 bestellingen zijn we uit de opstartkosten. Bestel nu je eigen stapeltje om dit mooie plan mogelijk te maken!
- Tussenstand 3 januari: 771 exemplaren besteld, nog 229 te gaan!
- Lancering: vrijdagavond 2 februari bij Overhoop in Utrecht. Weet je welkom!
- Vergeet niet om een antwoord in te sturen op de lezersvraag: is het nog wel verantwoord om kinderen op deze problematische wereld te zetten?
- Mocht je zelf nog op het allerlaatst een idee hebben voor een oproep of mededeling in deze bijzondere krant, dan kan je dat tot 8 januari nog sturen naar mailinglist@karavaanderzotten.nl.
Jasper studeert aan de Academie voor Psychotherapie, heeft in Amsterdam zijn eigen praktijk en speelt tot zijn spijt geen rugby.