Theo krijgt een uitnodiging om te leren hoe hij met ChatGPT z’n preken beter kan maken. Bang en boos klimt hij in de pen en trekt een grens.
Author: Theo Vreugdenhil
Na Pinksteren is niets meer hetzelfde: de kerk is de plek waar alle volken en talen elkaar ontmoeten. Daar heb je wel oefening voor nodig.
‘Papa, ik vond het dansen echt heel leuk vandaag, maar die ene meneer stonk wel heel erg!’
Vandaag is het aswoensdag. De start van de vastentijd. Ik was vanochtend helaas te laat om in onze plaatselijke katholieke kerk nog een askruisje te halen. Het was tenslotte mijn uitslaapdag. Toch miste ik het, toen ik eenmaal aan het werk was. Dat jeukende gevoel een dag lang op mijn voorhoofd, en de woorden: ‘Tot stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren’.
Als er íemand is die oproep van Jezus, ‘weest niet bezorgd’ uitleeft, dan is het mijn vriend Jan Anne Bos wel. Jan Anne leeft van wat de maatschappij weggooit. Elke werkdag – hij doet dit fulltime – fietst hij zo’n zestig kilometer om spullen en eten en statiegeldflessen te redden die – in zijn ogen – onterecht bij het afval zijn gedumpt. Skippen heet dit, oftewel dumpsterdiven. Vandaag fiets ik een ochtendje mee.
Het is tijd om een oude middeleeuwse gewoonte weer nieuw leven in te blazen: het Narrenfeest. Als je niet kunt lachen om je eigen ideeën, is er iets mis.
Je schermtijd was vorige week gemiddeld 2 uur en 21 minuten per dag.
De melding verschijnt op mijn iPhone. Ik schrik ervan. Dit is een stuk langer dan het doel van de schermtijd-battle die ik ooit met mijn vrouw begon.
Soms verwacht ik dat God verschijnt als een soort wegenwacht. Maar dan krijg je een ijsvogel.
Welterusten God.
Ik ga slapen, ik ben moe.
Vechtend tegen mijn slaap weet ik nog gauw een opsomming te geven van wat ik allemaal gedaan heb deze dag en waar ik nog wat extra hulp van boven voor nodig heb. Heel vroom leg ik mijn ideeën nog even aan God voor, en dan vraag ik zijn zegen, voordat de lange nacht begint waarin alles even stilstaat.
Bijna alle oerbossen in Ethopië zijn verdwenen. Alleen om een paar honderd kerken staan nog stukjes onaangetast bos, groene eilandjes temidden van bruine akkers en velden.
Het gebeurt zeer zelden dat een film erin slaagt van begin tot eind een glimlach op je gezicht te toveren. Een film die je meeneemt naar een wereld die zo heerlijk vreemd is dat je er gelijk naartoe wilt. Die je de ene seconde onbedaarlijk hard doet lachen en niet lang daarna met een brok in de keel achterlaat.
In het oude raamwerk van de verloren wereld, is soms zomaar een veeg van een nieuwe wereld te zien. Geen stad, maar een paradijs. Een frisgroene droom, midden in een droefgeestige werkelijkheid.