We zijn het haast vergeten, maar een jaar geleden zaten we nog in een lockdown. Het was een moeilijke tijd, waarin echte verbinding met anderen vaak ontbrak. Ik zag dat ook in de jeugdzorg, waar ik werk. Hoe kunnen we oefenen om beter naar elkaar te luisteren, zodat we bij de volgende crisis niet meer zo op afstand van elkaar komen te staan?

Ongeveer een jaar geleden organiseerde mijn kerk een gespreksavond over corona, wat het teweegbracht en de rol van de overheid en onze kerk. Hiervoor werden juist ook mensen uitgenodigd die kritische vragen hadden bij wat er op coronavlak gebeurde, die niet zomaar konden meedoen met alle maatregelen. Mijn eerste gedachte was: “Fijn dat dit georganiseerd wordt!” Mijn tweede gedachte: “Jammer dat dit pas na anderhalf jaar gebeurt”. Als er één ding is wat ik de afgelopen tweeënhalf jaar heb geleerd, is dat de noodzaak om naar elkaar te luisteren en daardoor te verbinden alleen maar groter is geworden. Ik vond het een moeilijke tijd, waarin verbinding erg moeilijk was.
Het betreft niet alleen corona. Tegenwoordig lijkt iedereen wel te zijn ingegraven in vaste standpunten over van alles. Over onderwerpen als klimaat, stikstof, oorlog of asielzoekersopvang om maar even een paar te noemen. Het lijkt wel alsof het de afgelopen jaren steeds moeilijker is om het gesprek te voeren.
In deze tijd waarin het om je eigen goede gevoel draait en alles met één druk op onze telefoon geregeld kan worden zijn we elkaar kwijtgeraakt. We raken ook langzaam kwijt wat het betekent om mens te zijn en in relatie te staan met je omgeving en de mensen om je heen. Je zou kunnen zeggen dat we daarmee een stukje menselijkheid verliezen. En dat leidt tot leegte, somberheid, ongenoegen en een gevoel van onvervuld zijn. Dit maakt ons ziek, letterlijk en figuurlijk, als persoon en als samenleving.
Dit zijn misschien grote woorden, maar als hulpverlener kan ik zo vele voorbeelden geven van mensen die daarmee kampen. Zo weten we bijvoorbeeld dat bijvoorbeeld stress voor heel veel verschillende problemen kan zorgen: slaapproblemen, hoge bloeddruk (en daarmee andere gezondheidsproblemen), hoofdpijn, sneller boos of verdrietig worden, leerproblemen, mindere concentratie, enz. En in de hulpverlening worden de problemen alleen maar groter en vooral ingewikkelder. De wachtlijsten bij de GGZ, voor zowel volwassenen als jeugd nemen al jaren toe, maar ook bijvoorbeeld het aantal mensen dat anti-depressiva slikt. En door de lockdowns, anderhalve meter afstand en de constante angstverhalen is dit verergerd.
Ik weet nog goed dat ik op een gegeven moment een gezin sprak, dat simpelweg niet met jeugdzorg te maken zou hebben gekregen als er geen beperkingen waren in het ziekenhuis. Het ging om een jonge moeder die moest bevallen, maar waar complicaties waren. De echtgenoot mocht niet bij de bevalling zijn vanwege de maatregelen, waardoor hij er niet voor haar kon zijn. Dit leidde er uiteindelijk toe dat de vrouw het mentaal erg moeilijk had en in combinatie met de hormonen kon zij haar emoties minder goed onder controle houden. Er ontstond een flinke ruzie, die ouders prima zelf konden oplossen, maar inmiddels was de politie gebeld en er een melding bij Veilig Thuis gedaan (= procedure als er kinderen aanwezig zijn)
Dit lijkt misschien een bijzondere situatie, maar het staat niet op zichzelf. Er komt nu steeds meer naar boven over de schade die de maatregelen hebben veroorzaakt. Om die reden was ik daarom tijdens de pandemie al heel kritisch. Ik zag dat mensen op afstand van elkaar kwamen te staan.
En ik denk dat we ons allemaal wel een moment kunnen herinneren uit de coronatijd dat we ons alleen hebben gevoeld, onbegrepen, ongezien. Of dat nu was omdat je een andere mening had, een kritische vraag stelde, werd buitengesloten of ronduit weigerde mee te doen aan iets wat je zag als uitsluiting. Voor mij werd dit persoonlijk extreem voelbaar toen ik een paar dagen weg was en in een hotel verbleef. Eigenlijk had je daar het zogenaamde coronatoegangsbewijs voor nodig, maar daar was ik principieel op tegen dus dat had ik niet. Ik zou eigenlijk worden weggestuurd, maar mocht toch blijven als ik op mijn kamer at en niet in het restaurant. Niets heeft mij meer me als een paria doen voelen, als toen ik om 7 uur ’s ochtends (voordat het ontbijt plaatsvond) met mijn dienblaadje met ontbijt over de gang naar mijn kamer liep. Dat heb ik dus de volgende ochtend niet weer gedaan. En ook al koos ik er zelf voor om te blijven staan voor mijn overtuiging en de ‘confrontatie’ aan te gaan, ik krijg er nog steeds een verdrietig gevoel over. En dat is ook wat op bredere schaal zichtbaar is. Je zou zelfs kunnen spreken van een collectief trauma, dat we als samenleving hebben geleden, naast de mogelijke trauma’s die we als persoon hebben meegemaakt.
Was dit te voorkomen geweest als we beter naar elkaar geluisterd hadden, echt geluisterd? Geen idee. Dat zijn altijd van die mooie filosofische wat als-vragen. Wat ik wel weet, is dat we ervan kunnen leren voor het heden en de toekomst. Ik denk namelijk dat de kracht van luisteren, dat wil zeggen oprecht de ander horen en op een niveau verbinden buiten de ratio, helend kan zijn.
Ik weet nog goed dat ik op een gegeven moment met een standpunt recht tegenover iemand kwam te staan. Wat op zijn zachtst gezegd onhandig was, want we waren samen verantwoordelijk voor een project. Hoezeer we ook onze argumenten aan elkaar vertelden, we kwamen niet nader tot elkaar, maar juist verder uit elkaar. Ik probeerde haar te overtuigen, en dan niet eens zozeer van mijn mening, maar meer om die mening te respecteren. En omgekeerd gold dat voor haar denk ik ook. De omslag in onze relatie kwam toen we het niet meer gingen hebben over de argumenten, maar over het waarom. Wat maakte dat zij zo vasthield aan haar mening en wat deed dat met haar? Wat was de vraag achter de vraag (of in dit geval opmerking)? Toen we op dat niveau met elkaar gingen praten, gingen we pas echt naar elkaar luisteren denk ik. Ik voelde mijn hart breken van compassie over de angst die zij blijkbaar in haar hele wezen ervaarde. Dit bracht openheid en heling.
Diezelfde kracht heb ik gezien op die gespreksavond. In de gesprekken op die avond werden de vragen “wat doet dit met je?” en “waardoor werd je het meest geraakt?”, open vragen naar iemands gevoel en beleving, centraal gesteld. Hierbij ging het niet om het overdragen van informatie, maar juist om het ontvangen. Met open handen, de houding die van ons als christenen gevraagd wordt. Waarbij een van de belangrijkste kenmerken was dat er geen goed of fout bestond, want iedereen zag een stukje van de werkelijkheid. En dat bood ruimte om élkaar te horen en daarmee te zien. Er werd een sfeer gecreëerd vanuit de basis dat ieder individu er mag zijn, en geliefd en waardig is. Immers, is dat niet het fundament van ons bestaan in Christus? God is het ultieme voorbeeld van relaties en wil in ons midden zijn. Zijn aanwezigheid is krachtig. Zijn liefde is helend. Zijn goedheid overwint. Laten we vooral niet vergeten aan wie wij en deze wereld toebehoren. Die realisatie is de basis voor verbinding en eenheid. Een eenheid die niet gebaseerd is op wat we doen, wat we kunnen, wat we vinden of wat we denken, maar uitgaat van gelijkwaardigheid in ons kind zijn van God.
Wat zou het mooi zijn geweest als de kerken of christelijke gemeenschappen de bron van hoop en licht waren geweest in de donkere tijd van de coronamaatregelen, de zoomvieringen en de vaccinatieruzies. Als juist zij die gesprekken hadden gestimuleerd en georganiseerd, met God als voorbeeld èn gesprekspartner. Juist vanuit de christelijke beginselen van naastenliefde en eenheid kunnen wij een platform van verbinding creëren en een tegengeluid zijn tegen de angst en wanhoop van deze tijd. Paulus vergelijkt de kerk niet voor niets met een lichaam. We zijn al verbonden als broers en zussen door onze gedeelde identiteit, nu is het zaak dat we daar weer naar terug gaan. Als persoon, familie, kerk, en als samenleving. Laten we als gemeenschap weer luisteren naar elkaar. Dat voorkomt misschien dat we zo snel weer tegenover elkaar komen te staan bij de volgende crisis.
Stefanie is orthopedagoog.