Het zal je niet ontgaan zijn: dit weekend begint het herdenkingsjaar slavernijverleden. Tijd om onze voorgeschiedenis onder ogen te zien en te bedenken wat heling is als we geroepen zijn om één te zijn.

Dit jaar is het 160 jaar geleden dat de trans-Atlantische slavernij werd afgeschaft in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen. En na 10 jaar staatstoezicht behoorde het helemaal tot het verleden. Vanwege dit bijzonder jubileum is er een herdenkingsjaar uitgeroepen, van 1 juli 2023 tot en met 1 juli 2024. Een jaar lang is er speciale aandacht voor het slavernijverleden, de doorwerking daarvan en een heilzame toekomst voor alle nazaten van voormalige plantage-eigenaren en tot slaafgemaakten.
Iedereen heeft daar zo zijn eigen gedachten over en ervaart het weer anders. En gelukkig is er ruimte voor iedereen om daar op zijn eigen manier mee om te gaan.
In het kader van verzoening met het verleden en met elkaar en uitkijkend naar een gezamenlijke heilzame toekomst, kwam ik terecht bij de tekst uit Korinthe over het lichaam met verschillende leden. We zijn allemaal verschillend en toch hebben wij elkaar nodig om verder te gaan. We hebben ook de opdracht vanuit de bijbel om voor elkaar te zorgen. Iedereen is uniek gemaakt door God, onze Schepper en in het anders zijn vullen wij elkaar aan. Het is toch een mooie gedachte dat God in zijn creativiteit de mens en zijn hele schepping zo kleurrijk heeft gemaakt.
Het lichaam bestaat uit verschillende onderdelen, die niet allemaal identiek zijn, maar wel samen een eenheid vormen. De verschillen worden niet opgeheven om het lichaam goed te laten functioneren, maar die verschillen vormen juist samen in eenheid het lichaam.
Paulus vergelijkt hier de kerk, de christelijke gemeente, met het menselijk lichaam. Een lichaam bestaat uit verschillende ledematen, net zoals het lichaam van Christus, de gemeente, verschillende “leden” heeft. Hij ziet de diversiteit van de gemeente. We zien er anders uit, hebben allemaal andere gaven en talenten. Het ene lid kan niet vanuit een superioriteitsgevoel de ander als minderwaardig beschouwen. Als dat zou gebeuren, kan het lichaam niet goed functioneren. Iedereen versterkt elkaar om het lichaam in optimale conditie te houden. En elk lid moet elkaar ook met respect behandelen.
Paulus legt hierbij de nadruk op de eenheid die alle delen samen vormen, niemand staat alleen, maar heeft anderen nodig. Dus als een deel van het lichaam gewond is en pijn of trauma ervaart, dan wordt er ook van de anderen verwacht om mee te lijden en mededogen te hebben. Ook al begrijpen wij het niet en voelen wij de pijn van de ander niet, wij kunnen wel medeleven betonen. En datzelfde geldt ook voor vreugde, ook daarin delen wij samen. In lief en leed zijn wij een.
Pijn
De vraag is dan wat is de pijn? De pijn bestaat uit de doorwerking van het slavernijverleden in het heden. Om de trans-Atlantische slavernij goed te praten werden de tot slaaf gemaakten die vanuit Afrika kwamen verontmenselijkt. Ze werden niet als mensen gezien en behandeld. Daardoor was het mogelijk om ze als bezit te beschouwen, als goederen te verhandelen en ze wreed te behandelen om ze gehoorzaam te maken aan het systeem waar ze slachtoffer van werden. Daardoor was het mogelijk om onder het koloniaal systeem misdaden te begaan tegen mensen, die niet als mensen werden gezien en behandeld.
Met de afschaffing van de slavernij kwam er nog geen einde aan dat systeem. Want ook daarna ging de economische uitbuiting door, want niet zij, maar hun eigenaren werden gecompenseerd voor verliezen die ze zouden lijden vanwege de afschaffing van de slavernij. De vrije tot slaaf gemaakten moesten ook nog tien jaar doorwerken voordat ze daadwerkelijk hun vrijheid kregen. Ze kregen nu weliswaar een vergoeding voor hun werk op de plantages, maar met dat geld moesten ze ook hun eigen onderhoud betalen. Ze verdienden echter niet genoeg om rond te komen, dus ze gingen er ook nog op achteruit, ondanks hun vrijheid.
Minderwaardig
Bovendien bleef de ontmenselijking nog lang doorgaan in het bestaande koloniale systeem, waardoor zwarte mensen als minderwaardig werden beschouwd. In de huidige maatschappij heeft dat nog steeds tot gevolg, dat zwarte kinderen als dom worden beschouwd. Als ze niet mee kunnen komen met de lesstof, dan zijn ze dom en lastig, en worden een niveau lager gezet, zonder naar hun omstandigheden te kijken. Als witte kinderen problemen met de lesstof hebben, dan ligt het altijd aan hun persoonlijke omstandigheden en wordt er van alles uit de kast gehaald om ze op hetzelfde niveau te houden.
Als je met een sollicitatiebrief in goed Nederlands met een mooie CV reageert op een vacature, dan wordt er getwijfeld of jij de brief wel zelf hebt geschreven en of de inhoud wel klopt. Terwijl als een witte Nederlander de boel bij elkaar fantaseert, niemand eraan twijfelt of het wel waar is. En als je een gesprek in ABN voert, dan krijg je complimenten omdat je goed Nederlands praat, terwijl Nederlands gewoon je moedertaal is.
Een groot aantal Nederlanders gelooft nog steeds dat alle zwarte mensen rechtstreeks uit Afrika komen, en als vluchteling hier naar toe komen om te profiteren van de maatschappelijke voordelen die Nederland te bieden heeft. Ze weten niets van het koloniale verleden van Nederland en al helemaal niets van het slavernijverleden van Nederland. Ze hebben geen idee dat hun Surinaamse of Antilliaanse buurman Nederlands met de paplepel ingegoten heeft gekregen en dat de oudere generatie meer weet van de geschiedenis en aardrijkskunde van Nederland, dan van het land waarin ze geboren zijn. Mijn moeder van 83 kan nog steeds alle provincies van Nederland en hun hoofdsteden opnoemen en alle gedichten opzeggen die ze op de lagere school geleerd heeft in de jaren veertig van de vorige eeuw.
Vooroordelen
De huidige maatschappij leeft nog steeds met de vooroordelen die tijdens de slavernij zijn ontstaan en die zo subtiel verweven zijn in het maatschappelijk denken, dat je het pas opmerkt als je je erin gaat verdiepen. En die vooroordelen zijn er op meerdere vlakken: als je zwart bent, als je vrouw bent, als je uit een bepaalde wijk komt, als je een bepaalde seksuele geaardheid hebt. In Nederland is de norm wit en het liefst man en heteroseksueel. Zodra je niet voldoet aan deze norm, dan wordt je als minderwaardig beschouwd en heb je het niet gemakkelijk in de maatschappij. Dan moet je hard vechten om erkenning te krijgen.
Het maakt dat je je buitengesloten voelt en veel harder gaat werken om jezelf te bewijzen. Het is bekend dat zwarte mensen veel harder moeten werken om hetzelfde resultaat te bereiken als witte mensen.
Het maakt dat je collega’s denken je minderwaardig bent aan hen en dat je er alles aan moet doen om erkenning voor je werk te krijgen. Het maakt dat je twijfelt aan jezelf en aan je werk en daardoor onder je niveau gaat presteren, terwijl je even goed of soms beter bent dan je collega’s of medestudenten. Het zorgt ervoor dat je niet eerlijk je mening durft te zeggen, omdat je bang bent dat je daarvoor gestraft wordt.
Bewustwording
Wat hebben wij als nazaten van de slaafgemaakten nodig zodat wij ons geaccepteerd zullen voelen in de maatschappij en wat heeft de maatschappij nodig om een inclusieve maatschappij te worden waar iedereen zich in thuis voelt in relatie tot het slavernijverleden, kolonialisme, racisme en discriminatie? Er zijn een paar dingen te doen.
- Erkenning van het slavernijverleden door aandacht eraan te besteden en alles wat er toen gebeurd is in de openheid te brengen. Niet alleen de mooie kant ervan laten zien, zoals de erfenis van de Gouden eeuw, de prachtige gebouwen, maar ook de lelijke kant, zoals de praktijk van de slavernij met lijfstraffen tot de dood erop volgt en het brandmerken van mensen omdat zij het bezit van iemand werden. Het verhaal vanuit meerdere perspectieven vertellen, ook vanuit het perspectief van de tot slaaf gemaakte. Bijvoorbeeld vertellen dat zwarte vrouwen middelen gebruikten om niet zwanger te worden, om zo te voorkomen dat hun kinderen van hen werden afgepakt en verkocht. Of dat de plantage eigenaar elke willekeurige vrouw kon kiezen om seks mee te hebben wanneer hij daar zin in, ongeacht haar leeftijd of huwelijkse staat. Dat meisjes van 14-16 jaar daarbij heel erg gewild waren, zoals te zien is in de stambomen van veel nazaten waar in de vrouwelijke lijn veel moeders voorkomen van die leeftijd.
- Accepteren dat sommige zwarte mensen nu nog therapie nodig hebben, omdat ze last hebben van de trauma’s uit het verleden. Het is bekend dat trauma’s nog lang kunnen doorwerken als ze niet verwerkt zijn. Trauma’s worden onbewust doorgegeven naar de volgende generaties, ook al wordt er niet over gepraat en is het niet bij iedereen zichtbaar. We moeten dus gesprekken voeren over de slavernij met de nazaten van tot slaafgemaakten en ook luisteren naar elkaars verhaal. Erkennen dat het een gezamenlijke erfenis is van wit en zwart en dat gesprekken kunnen helpen om tot een inclusieve samenleving te komen.
- Erkenning van de gevolgen van de verdeel en heerspolitiek die gevoerd werd in het koloniaal systeem, inspanning leveren om bevolkingsgroepen dichter bij elkaar te brengen die hieronder te lijden hebben gehad. Zoals bijvoorbeeld de dialooggesprekken tussen hindoestanen en creolen die momenteel gevoerd worden.
- Meer rolmodellen voor zwarte mensen in het openbare beeld laten zien, niet alleen in de sport en de muziek. Maar door de hele maatschappij heen zichtbaarheid voor andere rolmodellen, dan de witte norm.
- Als volgeling van Jezus oog hebben voor je naaste. En je naaste is vanuit bijbels perspectief iedereen die je tegenkomt.
En verder denk ik aan Keti Koti als mooie kans. Ik zou willen dat er in elke stad of regio een Keti Koti-comité komt dat activiteiten organiseert in het kader van de afschaffing van de trans-Atlantische slavernij. 1 juli zou een nationale vrije dag moeten worden voor heel Nederland waarbij herdenken en vieren centraal staat. En dan zouden ook kerken daar vieringen over moeten organiseren.
Iemand wees mij erop dat er een verschil is tussen de aanpak bij de afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika en de afschaffing van de slavernij in de koloniën. In Zuid-Afrika werden onmiddellijk gesprekken gestart over de gevolgen van apartheid, terwijl de trauma’s van de slavernij tijdens en na de afschaffing ontkend worden. En eigenlijk nog steeds. Misschien is het goed om daar aandacht aan te besteden.
Het uiteindelijk doel zou moeten zijn dat iedereen zijn eigenwaarde ervaart en tot zijn doel in het leven komt, dat iedereen tot zijn recht komt door elkaar te erkennen, wit en zwart. En dan kun je tot eenheid komen.
In de brief aan Korinthe wordt de Heilige Geest genoemd, die zorgt voor de eenheid in Christus, die ervoor zorgt dat de verschillende delen met elkaar verbonden blijven. En deze eenheid verbind ons in God met elkaar. En in deze eenheid vallen alle verschillen weg. Het betekent nog steeds niet dat wij nu allemaal maar hetzelfde moeten worden of moeten zijn. We blijven verschillend, want juist vanwege die verschillen, kan er een eenheid gevormd worden.
Deze eenheid die wij zo vormen, maakt ons ook erfgenamen van Gods belofte. En vanwege deze belofte, mogen wij elkaar ook niet afwijzen. Omdat wij een zijn in Christus, zouden wij ook geen problemen met elkaar moeten hebben.
Dus laten wij leren van het verleden, in het heden elkaar herkennen en erkennen, zodat wij in vrede en harmonie kunnen samenleven. En vervolgens kunnen wij zo ook samenwerken om te bouwen aan een gedeelde heilzame toekomst.
Agenda
1 juli is het nationale Keti Koti-herdenking en viering in Amsterdam: (Programma), met ook activiteiten in andere steden.
Kerkdiensten:
30 juni: Nationale Herdenkingsdienst slavernijverleden in de Nieuwe Kerk in Amsterdam (link)
1 juli: Nationale Keti Koti viering van de Evangelische Broedergemeente in Amsterdam (link)
1 juli: Oecumenische Keti Koti viering in Lelystad (10 uur Ontmoetingskerk, Schor 4, 8224 CH Lelystad)
2 juli: Keti Koti kerkdiensten in alle plaatselijke gemeenten van de Evangelische Broedergemeente (link)
Een van de organisaties die vooral in kerken probeert gesprekken op gang te brengen over het slavernijverleden is de organisatie Heilzame verwerking slavernij verleden. Zij hebben ook een reizende tentoonstelling samengesteld over Kerk en slavernij die bij hun aangevraagd kan worden. (meer info)

Sandra Oosterwolde
Sandra Oosterwolde (57) is vicaris bij de Evangelische Broedergemeente in Utrecht. Theoloog, masterstudent Geestelijke verzorging. Hobbyschrijver. Ik wil mij inzetten voor een inclusieve samenleving in Nederland, waarbij het christelijk geloof mijn leidraad is. Ik laat mij vooral leiden door het verhaal over de barmhartige Samaritaan en de vraag: wie is mijn naaste?