Wat heeft de Bijbel te zeggen in onze tijd? Er lijkt een tendens te zijn dat veel mensen zeggen dat geloven vooral iets persoonlijks is. Als mensen ergens spirituele voelsprieten hebben, dan mogen ze van het merendeel van de bevolking gerust geloven. Zolang het blijft bij wat het voor jou te zeggen heeft. Als het jou bemoedigt of houvast geeft, dan is dat fijn, maar val mij er vooral niet mee lastig.

Waar moet het in een preek op zondag in de kerk dan over gaan? Misschien vooral over het geloof als inspiratiebron, met daarbij de oproep om elkaar lief te hebben. Maar het moet niet te concreet worden. Zeg je dat wij de vluchtelingen meer lief moeten hebben en ons beleid daarop moeten aanpassen, dan wordt het voor mensen te ‘politiek’.
Een krantenbericht dat mij deze zomer opviel ging over wat je in een preek niet zou mogen zeggen. ‘Preek niet over stikstof.’ Dat was een advies dat gedaan was op de website van de protestantse kerk. ‘Preek niet over stikstof, maar vraag aandacht voor de on-verbondenheid in deze samenleving. “Eerder door corona en nu door stikstof. Roep elkaar op om lief te hebben, zoals Jezus ons liefheeft. Dat is de essentie van het evangelie!”’
In Trouw reageerde een predikant daarop en een paar dagen later stond er een verder bericht over in de krant met de titel ‘Ik laat me de mond niet snoeren’.
Enerzijds begrijp ik de oproep wel. Je moet oppassen met te makkelijk partij kiezen in een crisis. De Bijbel is niet automatisch op de hand van de ene of de andere groep in de klimaatcrisis, stikstofcrisis of vluchtelingencrisis. Men zit inderdaad niet te wachten op ‘polariserende opmerkingen vanaf de kansel’, al had ik niet het idee dat predikanten zich daar vaak schuldig aan maken. Anderzijds vind ik een oproep om ergens niet over te preken wel ver gaan. Geef dan liever aanwijzingen over hoe je er op een goede manier over kan preken. Stimuleer goede gesprekken die kunnen helpen voor een preek met meer diepgang De andere adviezen bij die oproep gingen trouwens wel die kant op en waren juist heel constructief.
Een week voordat dit bericht verscheen in Trouw, had ik de stikstofproblematiek al genoemd in een preek. Niet omdat ik daar alles vanaf weet en juist ook met de intentie om de verbinding te zoeken. Maar juist een boekje over boeren was een inspiratiebron om te preken over Spreuken 1. Het boekje is geschreven door Wim Schippers en heet ‘Boeren met ontzag’.
Het begin, het uitgangspunt, van de wijsheid is volgens Spreuken ‘ontzag voor de HEER.’ Dat was voor mij een aanleiding om uit Spreuken te willen preken. Om te luisteren naar welke waarde dat ontzag heeft voor onze tijd met onder andere die stikstofcrisis. Verbinding zoeken, maar ook diepgang, wijsheid zoeken. En dan preek ik niet ‘over stikstof’, ik preek over Spreuken 1, maar ook over wat dat te zeggen heeft in de stikstofcrisis en daarmee net zo goed in veel andere crises waar wij inzitten. En in mijn preek zeg ik niet wat Wim Schippers als boer veel beter kan zeggen. Maar wat hij schrijft over boeren met ontzag is wel een inspiratiebron. Het gaat om ontzag voor Schepper en schepping, oog hebben voor onze plek in het grotere geheel. Wat hopelijk uitloopt op ontzag/respect voor de boeren en voor de natuur.
Een paar hoofdlijnen van de preek wil ik hier delen. Wel met enige schroom. Past iets van een preek of Bijbelstudie wel in dit magazine? Zit men daar wel op te wachten? Hier volgen meer de denklijnen van de preek, dan de preek zoals die ‘gepreekt’ wordt. En het is geen commentaar op Spreuken, maar een zoeken wat Spreuken te zeggen heeft in onze tijd en voor onze crises. Dat zoeken naar wijsheid en het zoeken naar ontzag voor elkaar en de schepping, dat past hier denk ik wel. Het gaat hier ook niet om het hebben van alle antwoorden, het is een zoektocht om samen meer inzicht te krijgen. Zoeken naar wat echte wijsheid is in de samenleving vandaag, in de crisis, in de storm. Luisteren naar wat Spreuken 1 daarover te zeggen heeft.
Het boek Spreuken heeft veel overeenkomsten met andere boeken die wijsheid door willen geven. Vergelijkbare boeken zijn te vinden in Egypte (o.a. de wijsheid van Amenemope) en andere landen om Israël. Vergelijk je die boeken, dan valt er wel iets op, namelijk aan wie het boek gericht is.
Spreuken is inclusiever dan veel van die andere boeken. Het is gericht aan een zoon, maar heel algemeen. Het is geen instructie voor Rechabeam, de opvolger van Salomo. In andere wijsheidsliteratuur is het publiek vaak een selecte groep jonge mensen. Jonge mannen van een bepaalde stand, die een taak krijgen in de overheid. Het is gericht op hun vorming om die taak goed uit te kunnen voeren. Spreuken maakt zo’n onderscheid niet, het is gericht op iedereen die een ongeoefend verstand heeft, op alle jeugd die nog vorming nodig heeft. Het is gericht op kennis en bezonnenheid en tegelijk meer dan dat, gericht op wat werkelijk goed is, het gaat over recht, rechtvaardigheid en eerlijkheid. Kennis is niet slechts iets kunnen of weten ‘hoe het hoort’, de juiste ‘etiquette’, het is gericht op het zoeken van recht en vrede voor de samenleving.
Dit brede spectrum aan wijsheid is al van belang voor ons vandaag. We verdwalen makkelijk in specialismen, in hoe we alles bestuurlijk goed geregeld hebben. Eindeloze regelingen en regeltjes om alles in goede banen te leiden. Maar dan vallen er nog steeds mensen buiten de boot en blijkt het nastreven van recht een groot onrecht te kunnen worden, zoals in de toeslagenaffaire. Wijsheid die gericht is op wat recht, eerlijk en rechtvaardig is, dat hebben we in onze samenleving nog steeds nodig.
Jongeren zijn het eerste publiek, maar zeker niet het enige publiek. In de leerschool van Spreuken ben je nooit uitgeleerd. ‘Laat wie wijs is goed naar deze spreuken luisteren en nog wijzer worden. Laat wie verstandig is meer en meer de vaardigheid verwerven.’ (vers 5) Ook de wijzen en de verstandigen hebben iets te leren. Juist wie denkt dat zij of hij alles al weet wordt in Spreuken gezien als een dwaas. In onze samenleving staan de meest uitgesproken meningen vaak voorop, met grote zekerheid wordt gezegd dat je het één of het ander moet geloven of doen. Je kan makkelijk naar de (sociale) media wijzen. Maar het zit in ons allemaal, we willen niet twijfelen, of iets tonen van onzekerheid of gebrek aan kennis. Liever jezelf eruit bluffen, dan zeggen dat je ergens nog eens over na moet denken.
Op een andere manier is Spreuken ook inclusief. Het boek is allereerst gericht op de zoon, maar dat betekent niet dat wijsheid alleen iets voor mannen is. De wijsheid zelf wordt later (Spreuken 9) juist genoemd als ‘Vrouwe Wijsheid’. De zoon krijgt de oproep om te luisteren naar de lessen van de vader en naar het onderricht van de moeder. Die moeder vindt je bijna niet in vergelijkbare literatuur uit bijv. Egypte. In culturen waar mannen hoger worden aangeslagen dan vrouwen zie je soms dat zonen amper naar hun moeder luisteren, want zij is maar een vrouw. Het is dus belangrijk om te zien dat Spreuken zegt dat een zoon moet luisteren naar zijn moeder. En als een moeder onderwijs kan geven, dan heeft zij wijsheid of kan zij die krijgen en hoort zij net zo goed tot het publiek van Spreuken.
Wijsheid is dus voor iedereen en beslaat alle facetten van het leven. Dat heeft alles te maken met het uitgangspunt van de Bijbelse wijsheid. Het begin, dat is het beginprincipe of de basis van de wijsheid en kennis. Dat begin is ontzag voor de HEER. Want de HEER is de Schepper van hemel en aarde, de oorsprong van alles en dus ook van de wijsheid. Het uitgangspunt van de wijsheid is ontzag voor je Maker en voor de wijze waarop Hij alles heeft gevormd. Vanuit dat principe kan je verder denken en zoeken wat de goede weg is, wat wijsheid is in bepaalde situaties.
We hebben wijsheid nodig voor al die vraagstukken die op ons af komen in deze tijd. Beginnen met ontzag, respect, betekent dat je begint met een levenshouding. Die houding gaat over de relatie met God, maar ook over de relatie met de ander. Dit beginprincipe van de wijsheid kan je vergelijken met een ander beginprincipe in de Bijbel. Wat is de belangrijkste leefregel, het grote gebod? De liefde. Gods geboden worden samengevat met de dubbele regel om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf.
Wijsheid begint met ontzag voor de HEER boven alles. En daaruit volgt dan ook een houding van respect of ontzag voor de schepping en de mensen om ons heen. Hoog achten staat tegenover verachten of minachten. Ontzag voor God staat in Spreuken tegenover het verachten van wijsheid door de dwaas. Dwaas ben je niet als je niet alles weet, dwaas ben je als je denkt dat je alles weet en niet openstaat om te leren van een ander. Een oproep die je in de Bijbel vaak tegenkomt, bijvoorbeeld in de brieven van Paulus, is dat je de ander hoger moet achten dan jezelf. Dat is een concretisering van het gebod om lief te hebben. Liefhebben is niet dat je een warm gevoel voor die ander hebt, het is die ander hoog achten. Dit hangt samen met de bereidheid om de ander te dienen. Juist dat is voor heel moeilijk, zeker als meningen verschillen.
Deze wijsheid om de ander te dienen is voor een groot deel van de wereld dwaasheid. De dwaasheid en de aanstoot van het kruis. Dat Jezus stierf aan een kruis en mensen oproept om hun kruis op zich te nemen. Maar wat heeft deze wereld harder nodig? Mensen die hun eigen gelijk van de daken schreeuwen of hun eigen gelijk met geweld doorzetten. Of mensen die de ander hoger achten dan zichzelf en zich nederig en dienstbaar opstellen?
Waar zien we het misgaan vandaag in die verschillende crises waar we inzitten. Volgens mij is er vaak weinig begrip en weinig respect voor de andere groep. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar je moet vanwege je mening jezelf niet verheffen boven de ander. Dwaasheid is waar wij de ander minachten om een mening of een keuze. Tegelijk gebeurt dit heel vaak. Denk eens terug aan corona, hoe men vanuit de ene groep naar de andere groep keek. De ander, dat waren de wappies of dat waren de schapen. Namen om op de ander neer te kijken, om de ander weg te zetten. En ik heb het idee dat hetzelfde gebeurt in de stikstofcrisis. Die domme boeren die niet willen veranderen, of die domme mensen uit de Randstad die niet weten dat er zonder boeren geen eten is. Het helpt het gesprek niet vooruit, en het laat vooral de eigen dwaasheid zien.
Hoe kan die houding van ontzag dan een andere weg wijzen? Met dat ontzag zoek je naar wat goed is voor je medemens en je medeschepsel. Het geeft het besef dat wij mensen allemaal slechts schepsel zijn, afhankelijk van de Schepper. Geschapen naar zijn beeld en juist daarmee met een verantwoordelijkheid voor de schepping. Dat geeft ontzag voor die ander, voor wie zij of hij is. Geen ontzag dat afgedwongen moet worden met geweld, of dat wij moeten eisen met onze protesten. Geen ontzag voor de trekker, maar voor de boer en zijn gezin. En andersom ontzag voor de politieagent, de politicus, niet vanwege de macht die zij hebben, maar voor wie zij zijn en hoe zij de samenleving willen dienen.
De manier waarop we wijsheid leren is door te luisteren. Keer op keer vindt je in Spreuken de oproep aan de zoon (en daarmee ook aan de dochter) en aan de onverstandige om toch te luisteren naar de wijsheid. Voor velen is de geschiedenis van Salomo misschien ook wel bekend. God verschijnt aan hem in een visioen en zegt, vraag maar wat je wilt, ik zal het geven. Als antwoord vraagt Salomo juist om dat vermogen om te luisteren. Hij vraagt om een luisterend hart, om een opmerkzame geest kan je ook vertalen. In dat opmerkzame zit het Hebreeuwse woord voor luisteren. De wijze luistert om wijzer te worden. De dwaas slaat vermaningen in de wind en luistert niet.
Luisteren is wel moeilijk, we nemen zo makkelijk onze eigen vooronderstellingen mee. We zoeken naar wat wij herkennen in de ander, of het verhaal van die ander. Slecht luisteren dat herkennen de meesten van ons wel. Je vertelt iemand bijvoorbeeld over jouw ziekte. En die ander reageert met, ja dat heeft de tante van mijn buurvrouw ook, waarop een heel verhaal volgt. Wat jij zei vormt voor die ander een aanleiding om zelf een verhaal te kunnen vertellen.
Echt luisteren vraagt dat wij niet slechts zoeken naar wat aansluit bij wat wij herkennen. Het gaat juist om te zoeken naar wat anders is, naar wat wij missen in ons eigen perspectief. Je zou het kunnen vergelijken met een bezoek aan het buitenland. Die ander, in haar of zijn denken, het leven van die ander, dat is als het buitenland, of als iemand uit een andere cultuur. Veel mensen gaan naar het buitenland om iets van een andere cultuur te ‘proeven’. Je kan dan naar lokale restaurantjes gaan en daar de streekspecialiteit eten. Maar dat vraagt wel wat van je. Je moet in een andere taal de menukaart lezen, je bestelling doorgeven. Zelfs met Google translate weet je niet altijd precies wat je krijgt of hoe het smaakt. Je kan ook naar de McDonalds gaan of je eigen broodbeleg meenemen naar de camping in Frankrijk, hagelslag en pindakaas, want dat eet je thuis ook. Zoiets is het met luisteren, je kan open staan voor de ander, maar dat vraagt wat van jou. Of je kan met je eigen kader al een (voor)oordeel hebben over wat de ander zegt. Misschien zelfs al een oordeel over wat daarin goed of fout is.
Wijsheid roept ons op om steeds te blijven luisteren. Wijsheid is iets dat we steeds moeten blijven zoeken, voor elke situatie opnieuw. Steeds weer luisteren vol ontzag. En dan laat de wijsheid zich ook vinden, want God zelf laat zich steeds vinden. Juist dan kan de ander ons verrassen en kan haar of zijn perspectief onze wereld verrijken. Laten we zo samen zoeken naar wijsheid, samen luisteren naar elkaar. Dan vinden wij niet direct alle antwoorden, maar hopelijk vinden we elkaar in het samen zoeken naar wijsheid.