Het kruis en de machine (3): Het offer is de weg naar huis

Is er een uitweg uit onze met plastic versierde zeeën, bossen die in brand staan en steden die bulken van miljardairs en tentenkampen? Ja, zegt de Engelse schrijver Paul Kingsnorth, er is een mystiek pad: “Het verhaal dat ik al duizend keer gehoord had, maar nog nooit eerder had verstaan.” Het laatste deel van een drieluik.

(vervolg van deel 1: Verpulverend inzicht, en deel 2: Iemand anders bewoont me)

Cross against the machine, de Droominee

Ik ben geen groepsmens, maar accepteerde dat ik, uiteindelijk, een kerk nodig had. Ik ging op zoek, en vond er een, zoals gewoonlijk op de laatste plek waar ik het verwachtte. Afgelopen januari 2021, op het feest van de Godsverschijning, werd ik op een dag van zon en vorst in het ijskoude water van de rivier Shannon gedoopt in de Roemeens-Orthodoxe kerk. In Orthodoxie had ik de antwoorden gevonden die ik zocht, op de plaats waar ik dacht nooit te zullen kijken. Ik vond een christendom dat z’n oude hart had behouden – een geloof met levende heiligen en een centraal ritueel van diepe en onverklaarbare kracht. Ik vond een geloof dat, ander dan wat ik als jongen had gezien, geen stoffige moraalmal was maar een mystiek pad, een oud en geworteld ding, wijzend naar een wereld waar het goddelijke niet afwezig is, maar alomtegenwoordig, zich bewegend in de bergen en de wateren. Het verhaal dat ik al duizend keer gehoord had, bleek een verhaal te zijn wat ik nog nooit eerder had verstaan. 

In de wereld is de rebellie tegen God verworden tot een rebellie tegen alles: wortels, cultuur, gemeenschap, families en biologie zelf. De vooruitgang van de Machine – de triomf van de Nietzscheaanse wil – lost de lijm op van wat ons bij elkaar hield. Er worden vuren aangestoken rondom de pilaren die de cultuur dragen door diegenen die belast met de verdediging ervan, aangemoedigd door opkomende partijen die het gemunt hebben op het uitwissen van het verleden, het negeren van hun voorouders en opblazen van hun cultureel erfgoed, zodat ze hun aardse paradijs kunnen bouwen op terra nullius 1. Massaal wordt tegen hen opgetrokken door de nieuwe Verdedigers van het Westen, waarvan sommigen oproepen tot een terugkeer tot het geatomiseerde liberalisme dat ons hier gebracht heeft en anderen verdedigen een overblijfsel van het Christendom dat bijzonder weinig van doen lijkt te hebben met Christus en Christopher Lasch’s waarschuwing vergeet dat “God, en niet cultuur het enige gepaste object van onvoorwaardelijke eerbied en verwondering is.” Twee profane visies die hand in hand gaan terwijl we smachten naar het enige dat ons kan genezen: een terugkeer naar het heilige midden waaromheen iedere echte cultuur is gebouwd. 

Hoog op de berg, net als Moriarty, in het Maumturk 2 gebied en de herfstregen, had ik mijn eigen visie, verschrikkelijk en vol vreugde en onmogelijk. Ik zag dat als we het onderwijs te volgen hadden dat ons met zo’n hoge prijs was gegeven – de radicale nederigheid, de zegeningen voor de zachtmoedigen, de liefde voor je naaste en je vijand, het wee de rijken, de eersten zullen de laatsten zijn – en meer nog, als we naar de Creator zouden struikelen met liefde en ontzag, dan de schepping zelf zou op dit moment niet gebukt gaan onder ons gewicht. Ik zag dat het onderwijs van Christus het meest radicale was in de geschiedenis, en dat diegenen die het echt ter harte namen geen machtig rijk konden bouwen. Ik zag dat we zijn waar we zijn omdat we dit onderwijs links hebben laten liggen; omdat, zoals Auden het zei

We zijn liever geruïneerd dan veranderd
We sterven liever in onze ellende
Dan dat we ons huidige kruis beklimmen
En onze illusies vaarwel zeggen

Zo waren zowel de suffe als de hippe dominees iets op het spoor: het kruis is de sleutel tot alles. Het offer is de boodschap. Ik ben een nieuwe en groene pupil. Ik kan uren praten, maar ideeën kunnen in een oogweken afgodjes woorden. Ik heb mijn kruis op me te nemen en in beweging te komen. 

Hoe kan ik me thuis voelen in iets dat me in zoveel opzichten vreemd is? En toch is het onder de oppervlakte geenszins vreemd, maar een terugkeer naar de heilige orde van de dingen. Ik zit in een kloosterkapel voor zonsopgang. Er ligt sneeuw op de grond buiten. De priester murmelt de liturgie bij het licht van de lampadas, de donkere silhouetten van twee nonnen zingen de beurtzang. Er hangt wierook in de lucht. De iconen gloeien in het schemer. Dit zou duizend jaar in het verleden of de toekomst kunnen zijn, wan hier is geen tijd. Thuis is voorbij de tijd, denk ik nu. Ik kan het allemaal niet uitleggen, en het is maar beter dat ik het niet probeer. 

Ik groeide op met het geloof dat alle moderne mensen met de paplepel ingegoten krijgen, namelijk dat vrijheid de afwezigheid van beperking betekent. Orthodoxie leerde me dat deze vrijheid helemaal geen vrijheid is, maar verslaving aan onze driften: een nette beschrijving van de eerste dertig jaar van mijn leven. Ware vrijheid, zo blijkt, is het opgeven van je eigen wil en het volgen van die van God. Jezelf te ontkennen. Om het te laten gebeuren. Ik ben hier verschrikkelijk slecht in, maar ik begrijp voor het eerst wat het pad is. 

In het Koninkrijk van de Mens zijn de zeeën versierd met plastic, de bossen staan in brand, de steden bulken van de billionaires en de tentenkampen en nog altijd knielen we voor de afgod van de Grote Economie terwijl het groeit en groeit als een kankercel. Wat als dit oude geloof uiteindelijk geen obstakel, maar een weg voorwaarts was? Als we de consquenties zien van het eten van de verboden vrucht, van het kiezen van macht boven nederigheid, van scheiding boven gemeenschap, dan worden de belangen iedere dag helderder. Overgave of rebellie, offer of oorlog, dood van het zelf of de triomf van de wil, het Kruis of de machine. We worden altijd voor dezelfde keus gesteld. Nauw is de poort en smal de weg en misschien zal het ons nooit lukken om er op te blijven wandelen. Maar is er een andere weg naar huis?


Dit is deel 3 (zie hier deel 1 en deel 2) van een essay van Paul Kingsnorth dat in juli 2021 onder de titel The Cross and the machine verscheen op First Things en met toestemming van de auteur in het Nederlands is vertaald voor Karavaan der Zotten.

Paul Kingsnorth is schrijver, essayist en dichter en leeft met zijn gezin aan de oostkust van Ierland. Iedere twee weken publiceert Paul een nieuw essay op The Abbey of Misrule.

Vertaling: Jasper van der Kolk.

Paul Kingsnorth
  1. ‘Niemandsland’ of ‘lege ruimte
  2. Bergketen in West-Ierland